Van een onzer verslaggevers
Oranjestad/Willemstad - Ook Citgo, de Amerikaanse dochter van staatsoliemaatschappij PdVSA in Venezuela, is nu het mikpunt geworden van claims van internationale schuldeisers.
Dat berichtte deze week The Washington Post. Citgo/PdVSA probeert al een tijd op Aruba de oude, stilgelegde raffinaderij te San Nicolas nieuw leven in te blazen. Zonder succes tot nu toe, ondanks de contractueel vastgelegde afspraken met de vorige regering-Eman.
Terwijl het door de ene crisis na de andere crisis geplaagde Venezuela probeert de rekeningen te betalen in binnen- en buitenland, azen internationale crediteuren op de belangrijkste bezitting van het land: het in Houston gevestigde Citgo, dat sinds 1990 in handen is van PdVSA. Aldus de gezaghebbende Amerikaanse krant.
Als er met succes beslagen worden gelegd op Citgo om de enorme Venezolaanse schulden te voldoen, kan daarmee een van Venezuela’s meest betrouwbare inkomstenbronnen wegvallen. De strijd om Citgo wordt gevoerd in allerlei rechtszalen en directiekamers in heel Noord-Amerika en Europa, met de verwachting dat er nog vóór de jaarwisseling een besluit valt. Zo meldt The Washington Post.
Twee Canadese mijnondernemingen - Crystallex en Rusoro Ming - doen pogingen delen van Citgo te verkrijgen als compensatie voor het feit dat eerder hun bezittingen door Venezuela werden onteigend. Het Russische staatsoliebedrijf Rosneft en ook houders van obligatieleningen van de Venezolaanse staatsolieproducten hebben een claim op Citgo-aandelen. ConocoPhillips, dat al beslag legde op PdVSA-activa in het Caribisch gebied waaronder op Curaçao, Bonaire en Sint Eustatius, maar waarvoor een betalingsregeling werd getroffen die PdVSA nog moet nakomen, wil nu ook achter Citgo aan.
