Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Op Curaçao is afgelopen week officieel een verzoek tot politiek asiel ingediend bij minister van Justitie Quincy Girigorie (PAR) voor een Venezolaanse man van 19 jaar die gedeserteerd is uit het leger.
,,Er is mij vanuit het ministerie toegezegd dat ik antwoord krijg, en ik verwacht dat dit een toewijzing is, maar mocht ik vandaag dat antwoord nog niet binnen hebben, dan ben ik genoodzaakt een voorlopige voorziening te verzoeken bij de rechter om uitzetting te voorkomen. De man vreest voor zijn leven en kan om die reden niet het land uitgezet worden, zoals met zoveel illegale Venezolanen gebeurt”, aldus advocaat Achim Henriquez (foto) die zich met de zaak bezighoudt.
,,Het gaat hier om een specifiek geval en niet om een economische vluchteling”, zo legt hij nader uit, ,,want het is een deserteur uit het Venezolaanse leger. Doorgaans geldt desertie als een strafbaar feit. Als deze jongeman, die op dit moment in de barakken van de politie vastzit, teruggestuurd wordt, is hij zijn leven niet zeker. Een economische vluchteling die teruggestuurd wordt zal met rust gelaten worden in Venezuela, maar met betrekking tot deze man heeft Curaçao een verantwoordelijkheid te dragen.”
De Venezolaan heeft informatie met betrekking tot gemanipuleerde computers die gebruikt zijn bij de laatste verkiezingen in het land. De man vroeg zijn ontslag aan, maar omdat andere personen die bij de computermanipulatie betrokken waren, spoorloos verdwenen, vluchtte hij naar Curaçao.
In de brief naar de minister wordt gewezen op het door Curaçao geratificeerde vluchtelingenverdrag. Bij gebrek aan lokale wet- of regelgeving met betrekking tot vluchtelingen en asielzoekers is er ook geen asielbeleid. De advocaat voert aan dat Curaçao, net als het hele Koninkrijk, onderworpen is aan de werking van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) waarin staat dat niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan wrede, onmenselijke, onterende of vernederende behandelingen of bestraffingen. Ook heeft Curaçao in 2014 deelgenomen aan de bijeenkomst in Brazilië ter ere van het dertigjarig bestaan van de Verklaring van Cartagena, en zich daar verbonden aan de Verklaring van Brazilië ter bescherming van de rechten van vluchtelingen en asielzoekers.
Verder beroept Henriquez zich op het gewoonterecht waarbij Curaçao erop hoort toe te zien dat niemand die zich op het eiland bevindt, ongeacht of deze persoon hier legaal of illegaal is, in de positie wordt gebracht dat hij of zij wordt of zal worden blootgesteld aan marteling of wrede behandelingen of bestraffingen.