Oud-minister blijft vast tot uitlevering aan Curaçao
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - George Jamaloodin, die in beroep is getreden tegen de niet-ontvankelijkheidsverklaring van het Gerecht in eerste aanleg op zijn verzoek voor schorsing van detentie in Venezuela, heeft ook bij het Hof nul op het rekest gekregen.
De oud-minister van Financiën blijft onder huisarrest tot zijn uitlevering aan Curaçao.
Jamaloodin, die ten tijde van het kabinet-Schotte als minister van Financiën fungeerde, heeft op 8 maart van dit jaar via zijn advocate Alicia Blonk een verzoekschrift ingediend. De strekking van dit verzoekschrift was dat de rechter-commissaris het Openbaar Ministerie moest bevelen het uitgevaardigde bevel tot aanhouding van Jamaloodin in te trekken en zijn vrijheidsontneming met onmiddellijke ingang te beëindigen. Bij beschikking van 20 juni 2018 heeft de rechter-commissaris zich deels onbevoegd verklaard, Jamaloodin deels niet-ontvankelijk verklaard en de verzoeken deels afgewezen. De oud-minister is op 22 juni tegen dit besluit in beroep getreden. Hij stelt zich niet langer tegen de uitlevering te verzetten en alle medewerking te zullen geven.
Het Hof heeft zich nu over de kwestie gebogen en is van oordeel dat het Wetboek van Strafvordering geen regeling bevat die ziet op hetgeen door de raadsvrouw van Jamaloodin in het beroepschrift is aangevoerd. ,,De vraag die voorligt is of in casu sprake is van een geval waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt. Van een dergelijk geval is naar het oordeel van het Hof geen sprake”, zo luidt het vonnis. En: ,,Nu verzoeker zich niet langer verzet tegen de uitlevering, kan, gelet op de normale gang van zaken bij instemming van de uit te leveren persoon, de uitlevering en overbrenging naar Curaçao op korte termijn geschieden. Verzoeker dient daartoe in ieder geval zijn gewijzigd standpunt aan de Venezolaanse autoriteiten kenbaar te maken.”
Jamaloodin wordt door het Hof niet-ontvankelijk verklaard. ,,Het Hof komt tot het oordeel dat aan het vereiste van artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering, inhoudende dat het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt, niet is voldaan, zodat verzoeker niet-ontvankelijk zal worden verklaard.”
George Ranjit Mohamed Jamaloodin geldt als verdachte in verschillende strafzaken. Hij vluchtte in 2016 onder het mom van medische behandeling naar Venezuela om zo te ontkomen aan de verdenkingen aan zijn adres en de mogelijk daaraan verbonden veroordelingen. Sindsdien is hij niet teruggekeerd naar Curaçao. Bij vonnis van 4 augustus 2017 van de ‘Tribunal Supremo de Justicia Venezuela’ is de uitlevering van Jamaloodin aan Curaçao door Venezuela vastgesteld. Vandaag precies een jaar later, laat de uitlevering nog altijd op zich wachten.
Advocaat Sheldry Osepa, die Jamaloodin ook vertegenwoordigt, heeft ondertussen een zaak aangespannen tegen het Land Curaçao. De raadsman stelt dat de regering een brief van de Venezolaanse autoriteiten over de aanhouding van Jamaloodin moet beantwoorden, maar dit nooit heeft gedaan. ,,Het uitblijven van een reactie van het Land kan een van de redenen zijn waarom Jamaloodin nog niet aan Curaçao wordt uitgeleverd”, aldus Osepa donderdag tegenover deze krant.