Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De officiële ofwel wettelijke rente, die medio 2017 voor het eerst in acht jaar tijd werd aangepast en met een half procentpunt steeg van 3 naar 3,5 procent, stijgt verder en bedraagt in de tweede helft van dit jaar 4 procent.
Zo leest het Antilliaans Dagblad uit een onlangs door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) gepubliceerde tabel. Tweemaal per jaar publiceert de Centrale Bank de officiële rentevoet. Niet door middel van een persbericht of een bekendmaking, maar in de vorm van een tabel met rentepercentages door de jaren heen. Dat is recentelijk weer gebeurd.
De ‘official (legal) interest rate’ was lange tijd, al sinds 1 juli 2009, vastgesteld op 3 procent. Met ingang van 1 juli 2017 is hier 0,5 procentpunt bijgekomen en stond de wettelijke rente twaalf maanden lang op 3,5 procent. Voor de tweede helft van 2018 is deze vastgesteld op 4 procent; het hoogste niveau in bijna tien jaar tijd.
Afgezien van de verhoging medio vorig jaar is de officiële rente dus lange tijd zeer stabiel geweest. Begin 2017 was het voor het achtste achtereenvolgende jaar dat deze was vastgesteld op 3 procent, zo blijkt uit de gepubliceerde tabel met de officiële rentepercentages sinds 1987.
In de jaren vóór 2009 was sprake van een soms veel hogere rente - van zelfs 11 procent in de eerste helft van 1987 - en vanaf 2003 zijn ook veel fluctuaties te zien. In de periode 1988 tot en met medio 2002 stond de officiële rente jarenlang vast op 9 procent. Meer dan het dubbelen van de huidige, nieuwste stand.
Exact tien jaar geleden, per 1 juli 2008, bedroeg de wettelijke rente 4,5 procent. Maar zes maanden eerder, per 1 januari dat jaar, stond deze nog op 7 procent. Er zijn dus jaren geweest met de nodige stijgingen en dalingen, vooral tussen 2003 en 2009. Daarvóór was het lange tijd 9 procent en daarna vele jaren 3 procent.
De wettelijke rente wordt berekend, zo lichtte de CBCS eerder tegenover deze krant toe, op basis van de zogeheten ‘pledging rate’ (beleningsrente). De beleningsrente is het rentetarief waartegen lokale commerciële banken bij de Centrale Bank tegen onderpand kredieten kunnen verkrijgen.
Omdat de commerciële banken dit doen met een onderpand noemen ze dit ‘belenen’; lenen dus met een onderpand (overheidsobligaties, deposito’s bij de Centrale Bank). Om de ‘official (legal) interest’ ofwel wettelijke rente vast te stellen, worden bij de beleningsrente 2 procentpunten opgeteld. Onderaan de tabel staat het aldus: ,,The official (legal) interest is calculated as the pledge rate plus 2 percentage points”.
De wettelijke rente is ook de rente die door het gerecht wordt gehanteerd bij het beslechten van juridische geschillen. De wettelijke rente vormt sinds een wetswijziging eind 2016 tevens de basis voor de invorderingsrente die de belastingontvanger over openstaande belastingschuld in rekening brengt.