Van onze redactie
Willemstad - Militairen en burgerpersoneel van de verschillende onderdelen van Defensie in het Caribisch gebied kregen gisteren bij marinebasis Parera de Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen uitgereikt.
De onderscheidingen werden uitgereikt door de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied, brigadegeneraal der mariniers Peter Jan de Vin, gouverneur Lucille George-Wout van Curaçao en gouverneur Eugene Holiday van Sint Maarten. Onder de genodigden was ook minister-president van Curaçao Eugene Rhuggenaath en kolonel Sandra Keijer van de Koninklijke Marechaussee.
Voorafgaand aan de uitreiking van de onderscheidingen spraken De Vin en de gouverneur van Sint Maarten de aanwezigen toe. Holiday bracht woorden van dank over van het volk van Sint Maarten. ,,U bent geroepen ons te helpen en kwam te hulp, dit brengt ons samen en maakt ons samen sterk”. De gouverneur verwees tevens naar woorden van koningin Wilhelmina die zij uitsprak in een radiorede in 1942. ,,Wilhelmina zei 75 jaar voor de ramp: ‘Steunend op eigen kracht maar met de wil elkaar bij te staan.’ Haar visie is nog steeds een groot goed in tijden van nood. U heeft met de militaire bijstand die visie ingewilligd.”
De Vin blikte in zijn toespraak terug op de noodhulpoperatie: ,,Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius en bevolking stonden er niet alleen voor, dat was onze boodschap en die werd ook snel zichtbaar in daadkrachtig optreden waar u allen trots op kunt zijn. U stak de helpende hand toe. Verbondenheid in het Koninkrijk in optima forma. Geen loze woorden maar heel concreet zichtbaar in de uitvoering. Erkenning voor dat werk door middel van de uitreiking van deze Herinneringsmedaille, is dan ook zeer op zijn plaats.”
Vorige week werden in Nederland al onderscheidingen uitgereikt. Morgen zullen de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied en de gouverneur van Sint Maarten de onderscheidingen uitreiken op Sint Maarten en op 4 juli zal nog een medaille-uitreiking volgen op Aruba.
Orkaan Irma groeide in september 2017 uit tot een orkaan in de zwaarste categorie en liet een spoor van vernieling achter op onder meer Sint Maarten. Militairen van de marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee herstelden samen met lokale autoriteiten verbindingen en wegen, hielpen bij het evacueren van gewonden en werden ingezet om plunderingen te voorkomen en de openbare orde en veiligheid te handhaven. Op het hoogtepunt waren meer dan 600 militairen op Sint Maarten, terwijl nog eens 400 man hen ondersteunden vanaf schepen en de Benedenwindse Eilanden. Daarnaast waren civiele hulpdiensten actief zoals het Rode Kruis, de politie en de organisatie Urban Search and Rescue (Usar).
De Koninklijke Marine heeft met Zr.Ms. Karel Doorman vanuit Nederland ruim 1.300 ton hulpgoederen naar Sint Maarten gebracht en 400 ton hulpgoederen naar Dominica. Ook in het gebied aanwezige marineschepen zoals transportschip Zr.Ms. Pelikaan en het stationsschip Zr.Ms. Zeeland leverden tonnen hulpgoederen af en de NH-90 helikopter van Zr.Ms. Zeeland was een zeer flexibel inzetbaar transport- en verkenningsmiddel. Het Korps Mariniers leverde twee zogenoemde raidingsquadrons en een hoofdkwartier van een Marine Combat Group voor het handhaven van de openbare orde en de coördinatie van het uitdelen van levensmiddelen.
De landmachtcompagnie gestationeerd op Curaçao werd ook ingezet om de openbare orde te handhaven en hielp bij het uitdelen van levensmiddelen. Specialisten van de genie herstelden noodzakelijke infrastructuur en maakten letterlijk de weg vrij voor de hulpverlening. Naast eenheden van landmacht en marine vlogen de Koninklijke Luchtmacht met een C-130 Hercules en de kustwacht met haar Dash 8, tussen Curaçao en Sint Maarten heen en weer met personeel en goederen. De noodhulp duurde uiteindelijk van 5 september tot 28 november 2017.
Foto Defensie