Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het aantal leerlingen dat met een getuigschrift het arbeidsgericht onderwijs (ago) verlaat, wordt steeds minder. Dat blijkt uit ‘De Staat van het Onderwijs 2016-2017’ van de Inspectie van Onderwijs.
Ago is het laagste niveau onderwijs op Curaçao en bestemd voor leerlingen voor wie vaststaat dat overwegend orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden. Het volgen van arbeidsgericht onderwijs door deze leerlingen leidt niet tot het behalen van een diploma, maar een getuigschrift, zo wordt over het ago uitgelegd. In dit type onderwijs zaten vorig schooljaar 1.008 leerlingen. De meerderheid (71 procent) van de ago-leerlingen bestaat uit jongens. In de afgelopen vier jaar is het aantal leerlingen in het ago toegenomen. Van 839 in 2013-2014 tot 1.008 in 2016-2017.
,,In de afgelopen vier schooljaren hebben minder leerlingen het ago verlaten met een volledige voorbereiding voor de arbeidsmarkt. Het percentage leerlingen met een getuigschrift is afgenomen, terwijl het percentage leerlingen met een verklaring is toegenomen”, zo staat in het rapport. ,,Het aantal en het percentage leerlingen met een verklaring (dus geen getuigschrift) is toegenomen onder de jongens. Bovendien verlaten relatief meer jongens dan meisjes het ago zonder een getuigschrift of verklaring.”
Uit het rapport blijkt dat vorig schooljaar 170 ago-leerlingen in de examenklas zaten en dat negen daarvan de school zonder diploma verlieten, 53 behaalden een certificaat en 108 een getuigschrift.
De inspectie vermoedt dat een grote groep leerlingen pas laat het ago instroomt en dan na de achttiende verjaardag de school verlaat zonder alle programmaonderdelen te hebben afgerond.
Op Curaçao zijn er zes scholen die het ago-niveau aanbieden, te weten Sint Paulus, Juan Pablo Duarte Buena Vista, Juan Pablo Duarte Montaña, Juan Pablo Duarte Comanchestraat, Josep Civilis en Skaih.
Vorig schooljaar kregen 94 jongens en 30 meisjes na de eindtoets funderend onderwijs (efo) een ago-advies. Van het totaalaantal leerlingen dat doorverwezen werd naar het ago (124) was 20 procent afkomstig van een school voor leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom-school). De leerlingen van een school voor moeilijk lerende kinderen (mlk) stromen gebruikelijk door naar het ago.
Het percentage van het totaalaantal leerlingen met resultaat ago na de efo-toets is in de afgelopen vier jaar bij de Dienst Openbare Scholen (DOS) verdubbeld. Dit percentage is afgenomen bij het Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur (RKCS) en toegenomen bij de Vereniging Protestants Christelijk Onderwijs (VPCO).