Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De kwaliteit van het havo- en vwo-onderwijs lijkt achteruit te gaan, gemeten naar de eindresultaten van de examens. Dit blijkt uit het door de Onderwijsinspectie gehouden discrepantieonderzoek. Daarbij mogen er niet te grote verschillen zijn tussen de gemiddelde resultaten van het schoolexamen (SE) en het centraal schriftelijk examen (CSE).
Ook het gemiddelde behaalde cijfer voor zowel schoolexamens en het centraal schriftelijk examen zijn aanwijzingen voor de kwaliteit van de opbrengsten, zo stelt de schoolinspectie.
Uit het rapport ‘De staat van het onderwijs 2016-2017’ blijkt dat het percentage geslaagden in het havo- en vwo-onderwijs een dalende trend toont. In de afgelopen vier jaar is het percentage geslaagden bij de havo met 6 procent en het vwo met 3,3 procent afgenomen. Ook de scores zijn lager. De afgelopen vier schooljaren lag het landelijk gemiddelde cijfer voor het CSE bij havo onder de 6 en ook voor een groot deel van de vakken op het vwo. Verder is de gemiddelde discrepantie tussen het cijfer voor het CSE en het cijfer voor het SE voor alle scholen op de havo groter geworden en in het vwo kleiner.
De regel is dat er niet een te groot verschil mag zijn tussen de gemiddelde resultaten van het SE en CSE. Anders zouden alle scholen het schoolexamen heel gemakkelijk maken zodat de meeste leerlingen slagen. Dat mag dus niet. Op de havo mag het verschil niet groter zijn dan 0,5 punten per vak en op het vwo wordt de norm van 0,7 punten gehanteerd.
Een te grote discrepantie is ‘reden tot zorg’, zo stelt de onderwijsinspectie. En die zorg is er, want bij de havo was afgelopen schooljaar (2016-2017) het verschil bij 10 van de 17 vakken te groot. Op het vwo gaat het om 8 vakken van de 17 vakken met een te grote discrepantie. Opvallend is echter dat bij wiskunde B de discrepantie veroorzaakt wordt door een betere score op het SCE dan op het SE.
Het onderzoek is gehouden onder zeven havo/vwo-scholen, te weten Dr. Albert Schweitzer College (ASHV), Kolegio Alejandro Paula (KAP), Maria Immaculata Lyceum (MIL), Radulphus College (RC), Omega College (OC), Abel Tasman College (ATC) en het Curaçaose Avondlyceum (CAL).