Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In een diplomatieke ontmoeting tussen minister Manuel Quevedo van Olie annex directeur van PdVSA met de Nederlandse ambassadeur in Caracas Norbert Braakhuis, heeft het Venezolaanse staatsoliebedrijf verklaard dat Curaçao gerust kan zijn over de toevoer van brandstof uit het land.
Dat heeft premier Eugene Rhuggenaath desgevraagd aan deze krant verklaard. Quevedo heeft ook naar aanleiding van de huidige beslaglegging door ConocoPhillips verklaard dat er geen vrees hoeft te zijn over het voortbestaan van de Isla-raffinaderij. Het personeel van de Isla hoeft niet voor de toekomst te vrezen. Het staatsoliebedrijf herhaalde in het gesprek bereid te zijn om na het verlopen van het leasecontract in 2019, door te willen gaan met de raffinaderij.
Premier Rhuggenaath verklaarde dat het Venezolaanse staatsoliebedrijf in gesprek is met ConocoPhillips maar kon daarover niet in detail treden. In het gesprek tussen de ambassadeur en de minister heeft Braakhuis toegelicht wat de gevolgen zijn voor Curaçao in het geschil tussen het oliebedrijf en ConocoPhillips.
De premier hoopt zo snel mogelijk een vervolg te kunnen geven aan deze ontmoeting, dat zou in Venezuela of op Curaçao kunnen plaatsvinden. Refineria di Kòrsou (RdK) zal zeker deel uitmaken van zo’n delegatie, net zoals de bonden van werknemers die bij de Isla werken, aldus de minister-president.
Quevedo plaatste naar aanleiding van de ontmoeting met Braakhuis enkele foto’s en een korte tekst op Twitter. Hij twitterde: ,,Werkvergadering met de delegatie van de Lage Landen. Samen met ambassadeur Norbert Braakhuis bespreken wij de commerciële en energetische uitwisseling, in het bijzonder met de eilanden Aruba en Curaçao.”
Braakhuis was vorige week op Curaçao, zo heeft Rhuggenaath verklaard. De minister-president heeft toen met hem gesproken over de mogelijkheid om een handreiking te doen. De ambassadeur slaagde erin om een afspraak te regelen die kort na de verkiezingen plaatsvond.