Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De gewone dienst van Curaçao sluit tot en met de verslagperiode voor het actuele dienstjaar 2018 - tot en met februari jongstleden - voorlopig met een geconsolideerd voordelig saldo van 48 miljoen gulden.Daarmee zit Curaçao op koers.
De prognose was een iets hoger overschot van 50,7 miljoen. De financiële norm is dat de gewone dienst ten minste sluitend is. Dat blijkt uit de jongste, gisteren door minister Kenneth Gijsbertha (MAN), aan de Staten gepresenteerde Financiële Management Rapportage (FMR).Wel neemt de liquiditeitspositie, cashflow, verder af. Het saldo van de feitelijk beschikbare liquide middelen (‘netto’) bedraagt aan het einde van de verslagperiode 205,7 miljoen. Van het beschikbare saldo is vervolgens nog 47,2 miljoen afkomstig van al opgenomen externe financiering, welke gelden volledig zijn geoormerkt voor het doen van de (voorgenomen) investeringen in de bouw van het nieuwe ziekenhuis Hospital Nobo Otrobanda (HNO). De beschikbare liquide middelen voor de operationele (overheids)bedrijfsvoering belopen dus een bedrag van 158,5 miljoen. Dat is onder de zogeheten liquiditeits- of current ratio-norm. Gewenst is een current ratio van minimaal tussen de 1,0 en de 1,5. Per ultimo februari is de current ratio van de Curaçaose overheid 0,9. Dat is inclusief de gereserveerde HNO-liquiditeiten, maar zonder rekening te houden met openstaande nog inbare belastingvorderingen. Normaal betreft de FMR de periode van een kwartaal; dus drie maanden. Het is niet duidelijk waarom deze FMR slechts de eerste twee maanden van 2018 beslaat. In zijn aanbiedingsbrief van 7 mei aan het parlement, geeft bewindsman Gijsbertha hier geen uitleg over. Belangrijk zijn de uitgaven en de (belasting)inkomsten. Over de eerste twee maanden zijn in totaal 6,5 miljoen meer belastingontvangsten gerealiseerd in vergelijking met de prognose. Bovendien is in deze prognose al met 15 miljoen aan surplus-ontvangsten rekening gehouden in verband met het compliance-traject, dat wil zeggen inspanningen van de zijde van de fiscus om belastingbetalers aan hun belastingplicht te houden.,,Deze meer-ontvangsten zijn verder in het bijzonder toe te schrijven aan de loon-, inkomsten- en winstbelasting.” Aldus de FMR van het ministerie van Financiën. Er werd dit keer met extra aandacht uitgekeken naar de uitkomsten van de Uitvoeringsrapportage over begin 2018, aangezien 2017 is afgesloten met een tekort van - naar het zich nu laat aanzien - 121,3 miljoen. In verband daarmee dreigde even het advies van het College financieel toezicht (Cft) aan de rijksministerraad om een aanwijzing te geven. In de begroting 2018 wordt 48 miljoen van het tekort 2017 gecompenseerd. De Gewone Dienst volgens de eerste prognose sluit op jaarbasis daarom op 48 miljoen.