Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Een recente brief van Stichting Belastingaccountantsbureau (SBAB) heeft in de trustsector voor enige beroering gezorgd.
Een nadere toelichting van Fiscale Zaken maakte de bedoelingen en achtergrond helder, maar heeft nog niet tot gerustheid geleid.
Een controlemedewerker van SBAB stuurde eerder deze maand een schrijven uit waarin ‘Waarneming ter plaatse’ wordt aangekondigd. Dat wil zeggen: een bezoek van medewerkers van de Belastingdienst aan trust- en aanverwante kantoren om inzicht te krijgen in de vastlegging van bepaalde gegevens van hun administratie. Die informatie is van belang voor eventueel onderzoek naar de belastingplicht en voor een mogelijk in te stellen boekenonderzoek (winstbelasting, omzetbelasting en loonbelasting).
Wat voor nog méér consternatie heeft gezorgd is de mededeling van SBAB aan de kantoren om binnen een week een lijst van alle cliënten beschikbaar te stellen. Gezien de datum van de brief (13 maart) en de termijn die is gesteld (binnen een week) hadden die lijsten al klaar moeten zijn.
Bedoelde lijst dient in elk geval ter inzage te liggen als de controle ter plekke begint. Bij een bezoek dat tussen nu en het jaareinde kan worden verwacht, zo meldt de brief, moeten ook alle bescheiden van alle cliënten aanwezig zijn.
Dit is niet bij alle betrokken trustkantoren in goede aarde gevallen. De belangenvereniging Cifa (Curaçao International Financial Services Association) zelf streeft samen met de overheid al jaren naar het ‘compliant’ zijn, zodat Curaçao voldoet aan de internationale eisen en standaarden van onder meer de Europese Unie (EU), de Verenigde Staten (VS) en de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso).
Cifa heeft dan ook begrip voor de argumenten van de Belastingdienst voor de ‘waarneming ter plaatse’, maar zet vraagtekens bij de manier waarop dit is voorbereid, wordt gecommuniceerd en aangepakt. De waarneming op locatie is om na te gaan of alle informatie die nodig is voor toekomstige verzoeken om uitwisseling van gegevens - zogeheten ‘exchange of information requests’ (EOI) - ook daadwerkelijk aanwezig is op het Curaçaose adres van cliënt en/of entiteit.
Curaçao ligt onder het vergrootglas van de Oeso. De jurisdictie is nu nog gekwalificeerd als ‘partially compliant’, maar indien het eiland als internationaal financieel dienstencentrum bestaansrecht wil behouden is het stempel ‘largely compliant’ een belangrijke vereiste.