GMN-minister waarschuwt voor ‘mogelijk verborgen risico’s’ HNO.
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Er zijn diverse voorziene en niet-voorziene financiële risico’s verbonden aan het HNO-project waarin het Land Curaçao geen deugdelijk onderbouwd en gecontroleerd inzicht heeft gekregen van stichting Sona.
Dat stelt minister Suzy Camelia-Römer (PIN) van Gezondheid, Milieu en Natuur in haar brief aan de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC). Zij waarschuwt dan ook voor mogelijk verborgen risico’s bij het project.
In de brief dient de minister - zoals vrijdag aangekondigd in de Staten - een officieel verzoek in bij de ARC voor het instellen van een diepgaand onderzoek naar de gang en stand van zaken bij Sona met betrekking tot het HNO-project in de periode 2013 tot en met 2017.
Als voorziene en niet-voorziene financiële risico’s verbonden aan het project Hospital Nobo Otrobanda (HNO) noemt Camelia-Römer onder andere ‘de bewust door stichting Sona gecreëerde en in stand gehouden vertraging bij het transitie-traject’. Ook de onduidelijkheden rond de kostenoverschrijding met betrekking tot de omleiding van de Hamelbergweg en het opstellen van een gedegen onderbouwde HNO-businesscase worden in dit kader genoemd.
Er is sinds haar aantreden als minister van Gezondheid - zo stelt Camelia-Römer in haar brief - een grote zorg dat Sona diverse keren is verzocht geauditeerde jaarrekeningen over de jaren 2013 tot en met 2016 te overleggen aangaande de besteding van de voorgeschoten HNO-fondsen en dat de minister de jaarrekeningen nog steeds niet heeft ontvangen. ,,Als minister van GMN wil ik jegens de Staten in alle transparantie de volledige verantwoordelijkheid dragen voor een en ander. Door de bovenbeschreven houding van stichting Sona wordt mij dit onmogelijk gemaakt wegens het ontbreken van een geauditeerd inzicht in cijfers, in bestedingen, in projecten, in tijdslijnen, et cetera. Een en ander brengt met zich mee dat noch de rechtmatigheid noch de doelmatigheid van de bestedingen aan het HNO-project kan worden beoordeeld, terwijl het publieke fondsen betreft.”