Van onze redactie
Willemstad/Philipsburg - In tegenstelling tot wat vooraf werd gevreesd, was de opkomst gisteren bij de parlementsverkiezingen op Sint Maarten niet extra laag. Uiteindelijk is 62 procent van de 22.559 kiesgerechtigden gaan stemmen.
In de meest recente verkiezingen in 2016 was de opkomst nog 65 procent.
Door de verwoestingen die orkaan Irma in september vorig jaar aanrichtte, zijn veel mensen van het eiland vertrokken. Veel eilandbewoners wonen ook niet meer in hun eigen huis maar op een ander adres. De verspreiding van de stembiljetten verliep daardoor niet vlekkeloos en gevreesd werd voor een extra lage opkomst. In de praktijk viel dat mee. De verkiezingen verliepen verder zonder incidenten.
Aan de Statenverkiezingen deden zes partijen mee (UD, NA, US Party, SMCP, PPA en SDM) met in totaal 93 kandidaten. Er waren vijftien zetels te verdelen. Normaal zouden de verkiezingen op 8 januari plaatsvinden, maar vanwege de ravage die orkaan Irma op 6 september vorig jaar aanrichtte, en de nasleep daarvan, besloot gouverneur Eugene Holiday van Sint Maarten de verkiezingen voor een nieuw parlement te verplaatsen naar 26 februari.
De stembureaus sloten op Sint Maarten om 20.00 uur, voor middernacht werd de uitslag verwacht. Bij het ter perse gaan van deze krant was de uitslag nog niet bekend, maar lag UD op kop.