Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De combinatie Titan/GZE had weliswaar de laagste prijs geoffreerd voor de bouw van de LNG-terminal bij Bullenbaai, maar volgens het evaluatierapport van het New Yorkse Poten & Partners is het bod ‘onrealistisch’.
Zo blijkt uit het door oppositiepartij MFK, de partij van ex-premier en huidig parlementariër Gerrit Schotte, onder de media verspreidde rapport. Schotte zelf haalde in Statendebatten en daarbuiten regelmatig het rapport van Poten & Partners aan, dat eerder slechts deels en selectief uitlekte, maar vertelde er nooit bij dat het gespecialiseerde adviesbureau op de pagina’s 24 en 25 tot de vernietigende conclusie komt dat Titan/GZE een onrealistisch lage offerte uitbracht vergeleken met de normen in de sector (‘unrealistically low compared to industry standards’).
Het gaat over de in opdracht van overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) en het Multidisciplinaire Projectteam (MDPT) opgestelde evaluatierapport inzake de uitgebrachte offertes voor een ‘LNG Import & Trans-shipment Terminal and Regasification Unit in Curacao’. LNG staat voor Liquefied Natural Gas, waarvoor de terminal bij Bullenbaai moet komen. Deze terminal moet de raffinaderij van veel schonere brandstof voorzien.
Het vertrouwelijke rapport is van mei 2017. Op dat moment was Werner Wiels nog voorzitter MDPT en was José van den Wall-Arnemann de nog niet geschorste RdK-directeur. Beiden hebben nooit iets gemeld over dat het bod van Titan/GZE volgens de hiervoor speciaal ingehuurde experts van Poten & Partners op z’n zachtst gezegd twijfelachtig was.
Zo kwam de combinatie van Titan Petrochemicals en Guangdong Zhenrong Energy uit op een netto contante waarde van 2.374 miljoen dollar, terwijl nummer twee (Cheniere) zit op 3.685 miljoen dollar. Shell, de derde laagste in prijs en nummer één qua technische offerte, komt uit op een prijs van 3.729 miljoen.
Daarna volgen qua hoogte van prijsstelling offertes van AES, BP Gas, New Fortress Energy, Kogas and Mitsui & Co, Gas Natural Fenosa, Promigas Hoegh LNG & Repsol en Socar. De laatste offreert voor 4.230 miljoen. In totaal waren er zestien aanbiedingen, waarvan twaalf technisch voldoende en de rest ondermaats.
,,Titan/GZE proposed Commodity Charge formula is unrealistically low compared to industry standards. The pricing term covering liquefaction tolling seems missing. As provided, the Pice Formula seems unrealistically in the short and long term”, schrijft Poten & Partners.
Er is ook een reden waarom Titan/GZE zo veel lager zit dan de rest. ,,Titan/GZE indicated that as GZE would be the biggest off-taker of the LNG for the Refinery and CRU (power plan) operations, they will absorb some of the cost in their refinery business mode.”
Dit maakte echter helemaal geen deel uit van de aanbesteding, zo merkt de evaluatie op. Intussen is de situatie sowieso drastisch veranderd, nu Curaçao eind december heeft besloten ook uit te kijken naar andere kandidaten voor de exploitatie van de raffinaderij. Naar verluidt is het wachten op Titan nu bekend is dat GZE niet meer zeker is van de overname van de Isla-raffinaderij.