Nederlandse oud-premier Ruud Lubbers overleden.
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,Nederland verliest een staatsman met een grote statuur”, zo sprak de Nederlandse premier Mark Rutte gisteren, nadat in de middag het overlijden van de voormalig politiek leider van het CDA bekend werd. Voor de Curaçaose oud-premier Maria Liberia-Peters was Lubbers de minister-president van het Koninkrijk en een vriend van Curaçao.
Lubbers werd in 1982 minister-president. Onverwacht. Dries van Agt kondigde na de verkiezingen van 1982 plotseling zijn vertrek aan, en toen kwam Kamerlid Lubbers in beeld.
In 1984 werd Maria Liberia-Peters premier van de Nederlandse Antillen. Ook onverwacht. Omdat het kabinet-Martina in juni 1984 plotseling viel. Liberia-Peters was voor haar benoeming minister van Economische Zaken. Lubbers was econoom. Het jaar daarop zouden zij elkaar voor het eerst ontmoeten, bij de onderhandelingen over de Isla-raffinaderij. ,,Een heel prettige kennismaking”, zegt Liberia-Peters (77). ,,Lubbers was positief ingesteld, gericht op het vinden van oplossingen. Ik heb hem leren kennen als iemand die heel betrokken was.”
Minister-president Lubbers had tot drie keer toe jonkheer Emiel van Lennep als onderhandelaar naar Caracas gestuurd, hij deed het voorwerk, en daarna ging Lubbers zelf aan de onderhandelingen deelnemen. Op 15 juli 1985 vindt in Caracas topoverleg plaats tussen Lubbers, Liberia-Peters en de Venezolaanse president Jaime Lusinchi. ,,De raffinaderij was weliswaar van de Koninklijke Shell, maar Lubbers stelde zich niet pro-Shell op”, zegt Liberia-Peters. ,,Hij dacht aan het belang van elk van de partijen, dus ook van de Nederlandse Antillen en Venezuela; hij zocht naar een balans.”
Liberia-Peters herinnert zich dat politici in Den Haag bezorgd waren. ,,Een van hen zei: ‘De econoom Lubbers wil zich erin vastbijten, maar als minister-president riskeert hij een vingerwijzing.’ Lubbers reageerde gelaten. ‘Oké, maar…’ En hij ging gewoon verder.” Ze overdenkt. Dan, lachend: ,,Ik herinner me dat hij om vijf, zes uur in de ochtend naar mijn hotelkamer belde, en zei: ‘Ik heb nieuwe berekeningen gemaakt, laten we bij het ontbijt afspreken.’ Hij had de hele nacht zitten rekenen en dacht de oplossing te hebben gevonden.”
Er kwam inderdaad een akkoord. Maar na tien dagen is die overeenkomst niets meer waard omdat er alsnog geen overeenstemming komt over ‘het vangnet’ dat Shell verlangt. Dit betrof een schadeloosstelling door Venezuela in het geval dat Shell door een te hoge marktprijs van de ruwe olie haar winstmarge niet haalde. De Venezolanen rekenden uit dat zij aan de Shell-formule 300 miljoen dollar per jaar kwijt zouden zijn, een te hoog offer. President Lusinchi komt met een alternatief waarbij de Antillen, Venezuela en het Koninkrijk der Nederlanden gezamenlijk eigenaar zouden worden van de raffinaderij en Shell de bedrijfsvoering geleidelijk zou overdragen. Shell gaat niet akkoord. De Nederlandse ambassadeur in Caracas, Christiaan Thurkow, vraagt Lubbers om Shell op zijn knieën te verzoeken er verder over te onderhandelen. Maar het haalt niets uit.
De teleurstelling was groot. In Venezuela. Op Curaçao. ,,Vast en zeker ook bij Lubbers, maar daar heeft hij persoonlijk niets van laten merken”, zegt Liberia-Peters. ,,Toen Shell definitief afhaakte, gingen de onderhandelingen door als bipartiet overleg tussen Venezuela en de Nederlandse Antillen. Nederland deed niet meer mee.”
Op de onderlinge relatie tussen de premier van de Antillen en de minister-president van het Koninkrijk was deze uitkomst niet van invloed, zegt Liberia-Peters. ,,We hielden heel goed contact. Ik kon hem dag en nacht bellen voor advies.” Het nauwe contact met de eilanden was mede te danken aan Jan de Koning, minister van Antilliaanse Zaken, aldus Liberia-Peters. Minister De Koning was in 1984 door Shell-topman Lodewijk van Wachem benaderd, die wilde dat de Antillen een aandeel van twee derde in de raffinaderij zouden nemen, voor 135 miljoen dollar. Liberia-Peters: ,,Jan de Koning was een goede vriend van Ruud Lubbers, ik heb hem diverse keren bij hem thuis gezien. Ze waren het van meet af aan eens dat de Antillen, in het bijzonder Curaçao, de risico’s niet alleen kon dragen. Beiden toonden zich heel betrokken.” Dat bleek ook tijdens een bezoek van Lubbers aan de eilanden, zegt Libera-Peters. ,,De manier waarop hij met de mensen sprak, innemend, hij toonde oprecht interesse.”
Enkele jaren later, in 1992, zaten Liberia-Peters en Lubbers naast elkaar in de Amsterdamse RAI bij de rouwplechtigheid voor de slachtoffers van de Bijlmerramp. Ze krijgt een brok in haar keel bij de herinnering. ,,De tranen stroomden over mijn gezicht”, zegt Liberia-Peters. ,,Vreselijk.” Ruud Lubbers had het ook heel moeilijk, zegt ze. ,,De zoektocht naar slachtoffers werd gecoördineerd door de Rampenorganisatie onder leiding van burgemeester Ed van Thijn. Maar achter de schermen had Ruud Lubbers zich heel hard ingezet. Dat tekende hem, hij was empathisch en een man van daden.”