Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Terwijl er nog slechts vier boten over zijn van de twaalf barkjes die normaliter aan de Sha Caprileskade liggen, doen de Venezolaanse handelaars een beroep op de regering van Curaçao voor een maand verlenging van hun verblijf.
Afgelopen vrijdag hebben zij hiertoe een officieel verzoek ingediend bij de minister van Justitie, zegt koopman Kewwin Rivas.
Rivas is een van de 37 bemanningsleden van de vier resterende barkjes. Voor hem en de meesten van zijn collega’s geen carnavalsviering dezer dagen; ondanks de zeer beperkte voorraad handelswaar blijven de mannen dicht in de buurt van hun kraampjes en boten. ,,Wat we graag willen is dat de drijvende markt behouden blijft, voor Curaçao én voor ons”, zegt Rivas. ,,We vragen de regering van Curaçao om hier te mogen blijven totdat er weer barkjes met groente en fruit uit Venezuela komen. Dan kunnen wij elkaar aflossen, en hoeven wij de resterende kraampjes de komende weken niet af te breken.”
Voor Rivas en de negen andere bemanningsleden van de boot waarmee hij naar Curaçao is gekomen, zit de toegestane verblijfstermijn van twee maanden er komende woensdag op. ,,Dan gaan wij weg, en direct daarna nog een boot, en blijven er nog slechts twee barkjes over. Tot 28 februari, dat is de dag dat de laatste vertrekt.” Hoofdschuddend: ,,Dat zou toch dieptreurig zijn, na al die jaren geen drijvende markt meer.”