Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Bij de uitvoering van een megaproject als de modernisering van de raffinaderij is het gebruikelijk om binnen het eigen netwerk te kijken wat de beschikbare middelen zijn.

Curaçao kijkt bij zo’n project natuurlijk naar de partners in het Koninkrijk, aldus premier Rhuggenaath, die eraan toevoegde dat hij zich niet schaamt om dat te zeggen.
De minister-president legde zijn verklaring af aan het eind van een commissievergadering van de Staten die door de coalitiepartijen MAN, PAR en PIN was aangevraagd. De partijen wilden met Rhuggenaath en minister Steven Martina van Economische Ontwikkeling overleggen over de recente ontwikkelingen rond de modernisering en continuïteit van de raffinaderij.
In zijn toespraak riep de premier de Statenleden op om de betekenis van het woord ‘resourcefulness’ erop na te slaan. ,,Wat win ik met een strijd tegen het Nederlandse Koninkrijk terwijl mijn doel is om de raffinaderij open te houden? Mijn doel is om de raffinaderij open te houden en de werkgelegenheid te behouden. Moet ik Nederland niet om hulp vragen omdat het om Europese Nederlanders gaat? In deze zaal zijn wij allemaal Nederlanders meneer de voorzitter”, aldus de premier.
Rhuggenaath herhaalde dat hij tijdens het werkbezoek vorig jaar in Nederland niet over Shell gesproken heeft. ,,Ik kan in alle eerlijkheid en openheid zeggen dat wij niet met Shell hebben gesproken, wij hebben met Nederland niet over Shell gesproken.”
De premier legde uit dat hij er bewust voor had gekozen om in een ontmoeting met de nieuwe bewindslieden van het kabinet-Rutte, hen persoonlijk te informeren over de situatie van het land. Met name over het project van de raffinaderij waar Venezuela indirect bij betrokken is en de impact voor het eiland wanneer het mis zou gaan met het traject.
,,Er is gesproken over hoe Curaçao geholpen kan worden, let wel: op verzoek van Curaçao en met het oog op het algemeen belang van het eiland. In dat kader is er gekeken hoe de partners in het Koninkrijk elkaar op basis van gelijkheid kunnen helpen, aldus de premier.
,Is er over de Shell gesproken? Nee. Over GZE en de Heads of Agreement? Nee. Ik kan wel in alle transparantie zeggen dat de naam van Shell wel is genoemd. Dat was op het moment dat er uitleg is gegeven over het traject om een internationale deskundige op het gebied van industrie aan te trekken. Men heeft ons toen een paar bedrijven aanbevolen die wij zelf kunnen benaderen, er is ook gezegd dat Shell een consultancytak heeft, dat wij dat in overweging kunnen nemen.”