Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Venezolaanse parlementariër Luis Stefanelli voor de Assamblea Nacional wil dat de overlevenden van de tragedie bij Koraal Tabak door Curaçao als politiek vluchteling worden behandeld.
Maar Justitie in Willemstad houdt er bij de zoektocht naar overlevenden rekening mee dat zij wapens en drugs in de sloep mee smokkelden, zo reageert minister van Justitie Quincy Girigorie.
De minister wijst erop, dat de transporten worden georganiseerd door mensensmokkelaars en dat de modus operandi is dat er wapens en drugs mee naar Curaçao komen. ,,Het gaat hier niet alleen om mensen die op Curaçao op een nette manier aan een betere toekomst voor henzelf en hun familie willen werken”, zo verklaart Girigorie, die erop wijst dat de stijging van de criminaliteit op het eiland deels is toe te schrijven aan de instroom van ongedocumenteerden uit Venezuela. ,,We mogen niet uit het oog verliezen dat het hier gaat om georganiseerde misdaad.” Van de overleden drenkelingen die woensdagochtend bij Koraal Tabak zijn aangetroffen, zijn er ten minste twee die eerder illegaal in Curaçao verbleven, zo blijkt uit verklaringen van hun familieleden in Venezolaanse media. De woordvoerder van het Korps Politie Curaçao (KPC), Reginald Huggins, bevestigt dat onder de slachtoffers bekenden van de politie zijn. Ook onder aangehouden overlevenden van de tragisch geëindigde illegale overtocht naar Curaçao, bevinden zich personen die eerder door Justitie zijn teruggestuurd naar Venezuela. Het KPC geeft nog geen namen vrij.
Jovito Sanchez Yance (32), een van de vermisten, werd medio vorig jaar door de politie op Curaçao aangehouden en een paar dagen later op een vliegtuigje richting Falcon gezet. Volgens zijn vrouw verbleef hij zeven maanden op Curaçao, waarvan hij de laatste twee maanden een inkomen had. Wat voor werk Sanchez Yance op Curaçao deed, is niet bekend. Volgens zijn familie heeft hij bij zijn vertrek uit Coro deze keer bewust geen paspoort meegenomen.
Op de rotsen bij Koraal Tabak zijn nabij wrakstukken van de sloep het paspoort en de telefoon van de 35-jarige Dailinny González gevonden. De foto van het paspoort is gepubliceerd in Venezolaanse media en gaat rond op Facebook en Twitter. Volgers geven aan dat González zich op Curaçao bevindt en het goed maakt. Volgens een bekende is de vrouw zwanger.
,,Iedereen in Coro weet wie de ‘Coyote’ is die het transport heeft geregeld en van elke opvarende 10 palos (10 miljoen Bolivar, red.) ontving”, zo staat in een reactie op Facebook, waarop een ander reageert met: ,,Laten we hem opsporen en zorgen dat het slecht met hem afloopt.”
Volgens een enquête van het Venezolaanse marktonderzoekbureau Consultores 21 willen vier op de tien Venezolanen hun land verlaten. Venezuela telt officieel 31,57 miljoen inwoners, van wie er inmiddels bijna drie miljoen de grens met buurlanden zijn overgestoken, of de wijk hebben genomen naar de Benedenwindse Eilanden, andere Caribische eilanden, Florida, Panama en Spanje.
Het door president Maduro op een zijspoor gezette Venezolaanse parlement heeft Curaçao opgeroepen de door de politie aangehouden bootvluchtelingen asiel te verlenen. Luis Stefanelli, gedeputeerde van de Asamblea Nacional (AN) voor de staat Falcón, stelt dat de tragedie bij Koraal Tabak ‘bewijs is voor de humanitaire crisis’ in Venezuela die ‘de regering weigert te erkennen’. Stefanelli verklaarde persoonlijk naar Coro te zullen afreizen om de getroffen families steun te betuigen. De vijf personen van wie de lichamen bij Koraal Tabak zijn gevonden zijn volgens de parlementariër de eerste omgekomen Venezolaanse bootvluchtelingen, en rechtvaardigt deze tragedie voor de overlevenden de status van politiek vluchteling. Het is evenwel niet de eerste keer dat een illegale overtocht Venezolaanse slachtoffers kent: in juli 2015 vertrok een speedboot met zes opvarenden vanuit La Vela de Coro richting Curaçao en verdween spoorloos. Saribeth Cordero, zus van William Cordero, en Florangel Amaya de Ramos, moeder van Jesús Ramos, vertelden in december vorig jaar aan The New York Times over het verdwijnen van hun broer en zoon, samen met de kapitein van een speedboot en drie andere opvarenden. ,,Ik probeer niet te huilen, en vertel mezelf dat mijn zoon het goed maakt”, zegt Florangel Amaya de Ramos tegen de journalist van The New York Times, die uit haar mond optekende: ,,Het plan was eenvoudig: Een reis van zeven uur in een speedboot. Als de kustwacht van Curaçao hen zou aanhouden, dan zouden ze zich voordoen als toeristen. Met hun documenten verpakt in plastic zouden ze het laatste stuk naar de kust zwemmen.”
William Cordero had al een simkaart uit Curaçao. Drie jaar eerder was hij met het vliegtuig als toerist naar Curaçao gereisd, en was op het eiland gebleven. Hij werkte illegaal als kapper, en had een paar duizend dollar naar zijn vrouw en twee kinderen in La Vela de Coro weten te sturen. Maar in 2015 werd hij gedeporteerd.
Op de porch van het huis van Saribeth Cordero kwamen William Cordero, zijn vriend Jesús Ramos en nog twee mannen bijeen om hun reis naar Curaçao te plannen. De uit Mérida afkomstige Jessica Márquez voegde zich eveneens bij het groepje.
Met kennissen in Curaçao spraken Ramos en Cordero af dat zij bij aankomst zouden bellen om te worden opgehaald - hun mobieltjes stopten ze in lege potjes rijstpudding. De moeder van Ramos vertelt aan The New York Times dat zij de eerste was die besefte dat er iets mis was: ,,De vriend op Curaçao schreef op Facebook dat hij de hele nacht had gewacht maar dat Jesús niet is aangekomen.” Mevrouw Ramos wacht nog steeds op een teken van leven van haar zoon.