Van een onzer verslaggevers
Philipsburg - De parlementsleden van Sint Maarten zijn gisteren akkoord gegaan met het wetsvoorstel voor de Integriteitskamer.
Dit gebeurde na een intensief debat met negen stemmen voor en drie stemmen tegen.
De leden, met name die van de oppositie, stelden veel kritische vragen. Ze uitten hun ongenoegen over de manier waarop ‘Nederland misbruik maakt van de noodsituatie op het eiland’. ,,Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat we niet blij zijn met de manier waarop de procedure van de Integriteitskamer is verlopen”, zei waarnemend premier Ronald Boasman gisteren tijdens de parlementsvergadering van Sint Maarten. ,,Maar laten we voor de bestwil van onze bevolking alsjeblieft kijken naar de inhoud van het wetsontwerp dat hier nu ligt”, probeerde hij het kritische parlement tot bedaren te brengen.
De parlementsleden vreesden dat de Nederlandse overheid meer macht zou krijgen door het oprichten van de Integriteitskamer en vroegen bijvoorbeeld hoe het zat met het vrije mandaat. Volgens Boasman zijn zorgen daarover nergens voor nodig. In een reactie citeerde hij een stuk uit pagina 12 van het wetsontwerp: ,,Ter zitting van de geschillencommissie is de uitvoerbaarheid van het protocol overigens in het midden gelaten. Wel is zeker gesteld dat het protocol niet in de weg kan of mag staan aan het vrije mandaat van Statenleden.” Tevens zei hij: ,,Nederland is er zo kien op dat wij ons aan de afspraken houden. Dan kunnen wij er ook op rekenen dat zij zich aan hun afspraken houden.”
Na uren debatteren kon pas over worden gegaan tot stemmen. Een meerderheid ging akkoord en daardoor zal Sint Maarten de beloofde 550 miljoen euro officieel ontvangen. Beide landen zullen een lid aandragen voor de driekoppige Integriteitskamer. Het derde lid wordt door deze twee kandidaten genomineerd. Het is de bedoeling dat de leden aan de bel trekken wanneer zij denken dat er sprake is van integriteitsschendingen en dat ze daar vervolgens onderzoek naar gaan doen. Een Raad van Toezicht wordt aangesteld voor de supervisie. Het fonds wordt, zoals eerder bekendgemaakt, beheerd door de Wereldbank.
Voordat het geld daadwerkelijk verstrekt zal worden, moet eerst nog overlegd worden over de structuur van het fonds en welke projecten ervan uitgevoerd moeten worden. Daarover worden deze week gesprekken gevoerd tussen de betrokken partijen. Boasman zei eerder al dat het mogelijk nog tot na het eerste kwartaal van 2018 duurt voor alle details bekend zijn.