Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Namens het nieuwe bestuur van Downtown Management Organization (DMO), vraagt Marco Cheis, bestuurslid van de Kamer van Koophandel, de overheid om het ondernemersinitiatief in Punda te belonen met een beheersovereenkomst voor de binnenstad.
De ondernemers willen zelf de stad opknappen, en taxfree Punda voorlopig aanhouden.
De instelling van een belastingvrije zone in Punda is het breekpunt in de relatie tussen DMO-directeur Raygen Zuiverloon en het bestuur van DMO; de directeur, uitgesproken voorstander van een belastingvrije zone in de binnenstad, is per 1 december opgestapt. ,,Het bestuur vindt het niet verantwoord om, gezien de huidige economische situatie, van de overheid te vragen de binnenstad taxfree te maken, en daarmee financiële offers van de overheid te vragen”, zegt Cheis. ,,De leden willen er juist voor zorgen dat de overheid méér inkomsten kan genereren, niet minder.”
Het nieuwe bestuur van DMO, dat in oktober is aangetreden, beoogt in Punda een Business Improvement District (BID) te creëren, een afgebakende zone waarbinnen de eigenaren van winkels en restaurants maandelijks een bepaald bedrag betalen om projecten binnen de grenzen van dit district te financieren. ,,Elke eigenaar van een pand in de stad betaalt een gulden voor elke vierkante meter vloeroppervlak op de begane grond; heb je een winkel van honderd vierkante meter, dan draag je maandelijks honderd gulden bij”, zo schetst Cheis als voorbeeld.
De maandelijkse opbrengst is bestemd voor onder meer reparatie van verlichting in de straten, renovatie van zitbanken, onderhoud van perken, bomen en bloembakken, en herstel van regenpijpen en putten. ,,Dit wordt nu ook al deels door ondernemers in de stad gefinancierd, maar daarvoor is geen wettelijke basis”, zegt Cheis, die aangeeft dat de eigenaren van panden in Punda niet willen wachten op de overheid voor het onderhoud van de binnenstad. ,,Als DMO een beheersovereenkomst met de overheid kan sluiten, dragen de ondernemers in de stad zelf zorg voor de organisatie en de financiering van het onderhoud van het publieke aanzicht van de stad.” Nu is de aanpak versplinterd, zegt Cheis, en geeft hiervoor als voorbeeld de renovatie van de bankjes in de Breedestraat. ,,Een winkelier financiert de renovatie van een bankje voor zijn zaak, een ander bankje wordt door DOW gedaan, en weer een andere in opdracht van DMO vernieuwd, met als resultaat bankjes met drie verschillende soorten vernis. Dit soort zaken kunnen veel beter gecoördineerd worden.”
Business Improvement Districts (BID’s) worden al langer toegepast in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië. Ook in Nederland en België bestaat het BID-systeem sinds enige tijd, op initiatief van Ondernemersfederatie Rotterdam City en Handelsdistrict Kortrijk. Terwijl Parijs lonkt met adresjes voor eten, drinken én winkelen. ,,Typerend is dat het shoppen op de laatste plaats komt”, zegt Cheis. ,,Men gaat naar de stad voor de gezelligheid, om wat te eten, drinken, op een terrasje te zitten, rond te lopen, en wat te kopen. Vertier, dat is wat mensen willen, en dat is wat we proberen te bereiken met Punda Vibes. Na een jaar kunnen we stellen dat het een succes is, elke donderdagavond is het druk in de stad, en het wordt steeds drukker.”
Het bestuur van DMO pleit er bij de winkeliers voor dat alle zaken in de binnenstad tot acht uur openblijven, de hele week. ,,Niet iedereen is daartoe bereid, nog niet, maar intussen zijn de eigenaren van panden in de stad druk bezig met het verhuren van bovenverdiepingen als woningen, en naarmate de binnenstad meer bewoond raakt, zal er bij de ondernemers ook meer animo zijn om hun zaak langer open te houden”, zegt Cheis. ,,Het gaat erom dat we gezamenlijk het ‘product Punda’ verbeteren, de stad aantrekkelijker maken voor zowel de Curaçaose gemeenschap als de toeristen. Daar is een mentaliteitsverandering voor nodig, een meer proactieve aanpak. De wil is er, bij de ondernemers die het nieuwe bestuur van DMO volgen, en de rest zal zeker volgen wanneer zij zien dat het BID-systeem zich vertaalt in meer inkomsten voor de ondernemers. Ook de overheid heeft hier baat bij, in de vorm van extra belastinginkomsten en aanzienlijk minder kosten aan onderhoudswerkzaamheden.” Voorwaarde is echter, zegt Cheis, dat de overheid met mantelwetgeving komt, de voorwaarden creëert waarbij het bedrijfsleven tot innovatie kan overgaan.