Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Curaçao Port Services (CPS) kan niet voorkomen dat afnemers boetes moeten betalen voor het ‘te laat’ retourneren van containers.
Een voorstel voor vrijstelling van boetes, dat de steun heeft van Economieminister Steven Martina, is in de ambtelijke molen blijven steken, aldus CPS-directeur Fernando da Costa Gomez.
Het is topdrukte in de haven. Momenteel staan er ruim vijfhonderd containers die allemaal door een en dezelfde poort moeten om naar supermarkten en andere bedrijven op het eiland te worden gebracht. Dagelijks kunnen er ongeveer honderd de haven uit, de weg op. Het transport van de containers wordt geregeld door het particuliere bedrijf Antillean General Transport (AGT), dat kantoor houdt op het CPS-terrein.
CPS doet er alles aan om zo min mogelijk vertraging op te lopen, aldus Da Costa Gomez. ,,Personeelsleden maken overuren en de poort is tijdens de piekperiode door de week langer open en ook op zaterdagen. Toch kunnen wij niet voorkomen, dat bepaalde containers enkele dagen in de haven staan. Voor de afnemer, die van de rederij maar een beperkt aantal dagen over een container mag beschikken - bij de een is dat een week, bij een ander tien dagen - houdt die wachttijd het risico van een boete in. Als de afnemer er niet in slaagt om de container, wanneer deze de haven heeft verlaten, binnen bijvoorbeeld vier dagen leeg te maken en te retourneren, moet aan de agent van de rederij tot wel honderd dollar per dag worden betaald voor een lege container die te laat terugkeert.” Doodzonde, noemt Da Costa Gomez de extra kosten voor het lokale bedrijfsleven, geld dat ‘rechtstreeks naar het buitenland vloeit’.
Elk jaar in december is er een piekperiode, en daar draagt de als gevolg van orkaan Irma ontstane vertraging bij het transport van containers van Bovenwindse Eilanden aan bij. ,,Massa’s containers zijn de afgelopen weken tegelijk gearriveerd”, zegt Da Costa Gomez, die namens CPS in overleg met de minister van Economische Ontwikkeling naar een oplossing heeft gezocht. ,,Na raadpleging van juristen is voorgesteld om afnemers vrij te stellen van kosten voor de periode dat een container in de haven staat. Pas als de container de haven verlaat, zou dan de periode van afhandeling, van zeven of tien dagen, beginnen en zou de afnemer voldoende tijd worden gegund om de container uit te laden en leeg te retourneren, zonder het risico van een boete.” Het voorstel heeft de steun van minister van Economische Ontwikkeling Steven Martina, die dit bij Ministeriële Beschikking wil bekrachtigen, aldus de CPS-directeur. ,,Een maand lang zijn we met juristen bezig geweest om het voorstel uit te werken. Om daarmee te voorkomen, dat ondernemers honderden dollars boete moeten betalen voor iets waar zij zelf niets aan kunnen doen. Zij kunnen niet voorkomen, en dat kan ook CPS niet, dat containers geruime tijd in de haven staan. Dit is een jaarlijks terugkerend probleem, dit jaar verergerd door een natuurramp.” Ondanks de inzet van CPS en de minister, heeft het voorstel het niet gehaald, zegt Da Costa Gomez. ,,Het is in de ambtelijke molen blijven steken.” Onbegrijpelijk, noemt hij het. ,,Wij zijn steeds bereid om samen een oplossing te vinden. Het lokale bedrijfsleven zou ontheven kunnen worden van deze extra financiële last. Nu blijft dat geld naar rederijen in het buitenland gaan, dagelijks vele duizenden dollars, waar onze gemeenschap zelf over zou kunnen beschikken.”