Van een onzer verslaggevers
Philipsburg - De randvoorwaarden die de Nederlandse regering heeft gesteld aan de financiële steun voor de wederopbouw van Sint Maarten, lijken overbodig. Dat zeiden premier William Marlin en minister van Justitie Rafael Boasman maandag tijdens een persconferentie, aldus een bericht in The Daily Herald.
De vier landen van het Koninkrijk hebben volgens hen al bindende afspraken over de grenscontrole van de eilanden en de wetgeving voor een integriteitskamer ligt bij de Raad van Advies.
De regering van Sint Maarten is niet tegen de invoering van een integriteitskamer en de steun van de Koninklijke Marechaussee bij de grensbewaking, maar wel onder de condities die Nederland daarbij ‘opeens’ stelt. Want over beide onderwerpen bestaan al afspraken.
Volgens minister Boasman bestaat er tussen de vier landen van het Koninkrijk - Nederland, Sint Maarten, Curaçao en Aruba - al een bindende overeenkomst waarin de samenwerking en inbreng van de Koninklijke Marechaussee is opgenomen. Maar anders dan nu het geval is, wordt met de voorwaarden die Nederland wil verbinden aan het geven van financiële hulp de leiding van de grensbewaking voor onbepaalde tijd helemaal in handen gelegd van de Koninklijke Marechaussee en de Nederlandse Douane. ,,Geheel onafhankelijk, lokale instanties voor rechtshandhaving worden niet genoemd.” En dat terwijl er op het eiland al een goede samenwerking bestaat met de Marechaussees. Boasman schetst hoe al sinds 2004 op basis van verschillende protocollen wordt samengewerkt om drugs, illegalen en zware criminaliteit buiten de grenzen te houden. In 2014 wordt de beschikbaarheid van de zogenaamde ‘flex pool’ van Marechaussees verlengd tot 31 december 2019 en uitgebreid om ook steun te kunnen geven aan Aruba. ,,Op dit moment is er een geldig protocol, een geldige overeenkomst tussen alle vier de landen van het Koninkrijk over de deelname van de Koninklijke Marechaussee waar het de grenscontrole betreft”, zei Boasman maandag. ,,En het is nog zeker twee jaar geldig.”
Dat demissionair minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties nu met nieuwe eisen komt voor de grenscontrole, is volgens Boasman ‘direct in strijd met het geldende protocol’. Daarin is vastgelegd dat veranderingen en toevoegingen alleen kunnen worden aangebracht tijdens een Justitieel Vierlandenoverleg (JVO). ,,En niet via het geven van herstelhulp aan Sint Maarten.” Het eerstvolgende JVO is in januari 2018 op Curaçao. Voor Boasman is het ‘een mysterie’ waarom de Nederlandse regering ‘nu opeens’ als voorwaarde stelt dat de marechaussees de grenscontrole moeten overnemen, omdat daarover nooit discussie is geweest. Nederland wil dat Sint Maarten voor 1 november instemt met een bindende onderlinge regeling voor grensbewaking.
Premier Marlin legde tijdens de conferentie nog eens uit, net zoals vrijdag 20 oktober in een brief aan minister Plasterk, dat de wetgeving voor de oprichting van een integriteitskamer volgens plan verliep, totdat begin september orkaan Irma toesloeg. Sint Maarten heeft al op 1 oktober meer tijd gevraagd om de wetgeving rond te krijgen, maar minister Plasterk stelt als ultimatum dat de landsverordening uiterlijk 31 oktober door de Staten moet zijn aanvaard en door de gouverneur bekrachtigd. Nederland en Sint Maarten verschillen van mening over de invulling van de integriteitswaakhond. Nederland eist dat in de wetgeving een aantal zaken worden verwerkt die niet zijn opgenomen in de bestaande versie. Zo zouden de Rijksministerraad en de Nederlandse ministerraad betrokken moeten worden bij de benoeming van de voorzitter en een lid en zou de integriteitskamer bindende adviezen moeten kunnen geven. Maar Marlin wijst erop dat de Raad van State inmiddels een oordeel heeft gegeven over de conceptwetgeving en heeft besloten dat er geen kwartiermaker komt en geen politieke raadplegingen en dat topambtenaren besprekingen zullen voeren. Volgens de premier heeft de gouverneur van Sint Maarten de conceptwetgeving op 3 september doorgestuurd naar de Raad van Advies, drie dagen voordat orkaan Irma het eiland verwoestte. Sint Maarten heeft het oordeel van de Raad van State gevolgd en de oprichting van de integriteitskamer loopt volgens planning, aldus Marlin. ,,Dan opeens uit het niets komt Plasterk met het argument dat er een integriteitskamer moet komen zoals hij dat wil en als dat niet gebeurt, dat er dan geen geld komt. Als dat geen chantage is, als dat niet het gijzelen is van de mensen van Sint Maarten en hen dwingt in opstand te komen.”
De zaak is te belangrijk om toe te geven. De premier vindt het niet rechtvaardig dat men probeert Sint Maarten op de knieën te krijgen, nu het land is getroffen door een orkaan van de hoogste categorie. Maar Marlin verwacht niet dat de Nederlandse regering voet bij stuk zal houden. ,,Wij geloven dat redelijk verstand zal zegevieren in Nederland. Ik kan mij niet voorstellen dat de Nederlandse regering zal volhouden dat er geen hulp wordt geven aan Sint Maarten als zij geen controle krijgt over de integriteitskamer. Ik kan me niet voorstellen dat Nederland dat aan de internationale gemeenschap zal zeggen.”