Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Staten zullen zich volgende week dinsdag buigen over wat te doen met de gebouwen van het Curaçaohuis in Nederland.
Dat maakt de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), Zita Jesus-Leito (PAR), bekend. Zij wijst erop dat in 2014 onder de toenmalige premier Ivar Asjes (toen PS) besloten werd tot verkoop van de panden over te gaan, terwijl dit nimmer is voorgelegd aan de Staten. De wet schrijft echter voor dat verkopen van bezittingen van het Land alleen met goedkeuring van de Staten mogen plaatsvinden. Er waren al kopers gevonden die in juni van dit jaar geen uitstel meer duldden en dreigden met een rechtszaak. Om dit te voorkomen is toen de koopovereenkomst met de kopers ingetrokken. Vorige maand zijn de kopers echter een civiele zaak begonnen tegen de Curaçaose regering in Nederland.
Jesus-Leito legt uit: ,,In 2014 heeft de toenmalige Gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels (PS) geoordeeld dat de gebouwen aan de Badhuisweg niet meer als kantoor kunnen dienen vanwege de slechte staat van onderhoud. Opknappen zou te kostbaar zijn. In september 2015 heeft Wiels met goedkeuring van het kabinet-Whiteman (PS) een overeenkomst gesloten om de drie onderkomens te verkopen. Tijdens het doorlopen van de verkoopprocedure zijn verschillende onvolkomenheden aan het licht gekomen. Bovendien is het besluit om te verkopen nimmer aan de Staten voorgelegd, waarschijnlijk omdat er in de periode oktober 2016 tot en met april 2017 drie regeringen hebben gezeten. Om het proces tot een goed einde te brengen, zal het onderwerp volgende week in de Staten behandeld worden, om zodoende een besluit te kunnen nemen over de verkoop.”
Jesus-Leito zal in de Staten in debat treden over de drie gebouwen in Den Haag, te weten het kantoor aan de Badhuisweg 173 en 175 en het huis van de Gevolmachtigde minister aan de Wagenaarweg 3. De vergadering begint op dinsdag 26 september om 10.00 uur.