Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De Vereniging Protestants Christelijk Onderwijs (VPCO) kampt jaarlijks met grote financiële tekorten. Deze tekorten worden veroorzaakt doordat de overheidsbekostiging ontoereikend is voor de goede verzorging van deugdelijk onderwijs. Dat stelt de VPCO. ,,De overheid handelt daarmee in strijd met haar wettelijke verplichting op dat punt.”
De vereniging reageert hiermee op berichten dat zij leerlingen, hun ouders of verzorgers zou verplichten tot het doen van financiële bijdragen voor het lidmaatschap van de VPCO om in aanmerking te komen voor plaatsing op een VPCO-school. Volgens de berichtgeving zou dit in strijd zijn met de wet op het gratis onderwijs. Hoewel de VPCO niet in wil gaan op individuele gevallen, meldt de vereniging wel stellig ‘dat in geen van de gevallen waarin leerlingen voor plaatsing zijn afgewezen, deze afwijzing gedragen werd door niet-betaling van lidmaatschapsgeld met betrekking op een schooljaar waarin de wetgeving op het gratis onderwijs geldt’. ,,De VPCO stelt het genieten van onderwijs niet afhankelijk van een financiële bijdrage van de leerlingen of hun ouders of verzorgers. Voor het overige is het plaatsingsbeleid evenwel voorbehouden aan de VPCO, die met inachtneming van haar levensbeschouwelijke principes bepaalt hoe de toelating op haar scholen plaatsvindt en welke voorrangsregelingen daarbij worden toegepast voor de verschillende leden van haar vereniging.”
Desondanks geeft de VPCO aan wel zeker afhankelijk te zijn van contributies. Dit omdat de overheid redeneert dat de VPCO naar rato gelijk bekostigd wordt als het openbaar onderwijs, zoals de wet dat ook voorschrijft. ,,De overheid ziet daarbij evenwel over het hoofd dat het openbaar onderwijs op allerlei manieren buiten de onderwijsbekostigingsregelgeving ten laste van de Landsbegroting (gewone dienst en kapitaaldienst) gesubsidieerd wordt. De VPCO ontvangt die aanvullende subsidies niet.” Zo somt de VPCO op: ,,Het Land geeft het openbaar onderwijs voorrang bij projecten als digitalisering en zonnepanelen. Onderhoud, renovatie en nieuwbouw van openbare scholen worden via de kapitaaldienst en via de overheidsstichting Reda Sosial betaald. Dat gebeurt niet voor VPCO-scholen. Het openbaar schoolbestuur krijgt wanneer gewenst ondersteuning vanuit het Land, bijvoorbeeld in de vorm van interim-management. De VPCO krijgt dat niet. Talrijke rekeningen van de Dienst Openbare Scholen worden door de overheid betaald buiten de wettelijke bekostigingsstelsel om (schoonmaak, water, elektriciteit, ICT-licenties, internet en dergelijke). Voor de VPCO geldt dat niet.”
De tekorten waar de VPCO mee kampt, zijn volgens de vereniging geen gevolg van ‘op grote voet leven’. ,,Dat zal iedere ouder die een kind op een VPCO-school heeft, kunnen bevestigen. De tekorten zijn uitsluitend een gevolg van ontoereikende bekostiging, die volstrekt onvoldoende is aangepast aan de eisen en het kosten- en prijsniveau van de huidige tijd. De ambitie om onderwijs gratis te kunnen aanbieden, is te prijzen, maar mag niet blijven steken in symboolpolitiek. Het probleem van ontoereikende onderwijsbekostiging kan niet worden opgelost met een verbod op ouderbijdragen in de vorm van contributies. Gratis onderwijs moet hand in hand gaan met de wil om te investeren en een heldere visie over wat er in ons onderwijs nodig is om onze jeugd te vormen tot de pijlers van onze maatschappij van morgen.”