Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Binnen de sector arbeid zal het motto ‘Kada yu di Kòrsou na trabou promé’ (elk landskind krijgt voorrang) gaan gelden.
De arbeidswetgeving zal op verschillende punten aangescherpt worden, zo wordt in het regeerakkoord aangekondigd. ,,Bij vacatures zal eerst geworven moeten worden onder lokaal personeel. Als het nodig is zal daar specifieke wetgeving voor ontwikkeld worden. De regering zal verder ook een wet introduceren waarin de functie van stagiaire duidelijk gedefinieerd wordt, om te voorkomen dat stagiaires openstaande functies structureel invullen. Binnen de arbeidswetgeving zal verder gewerkt worden aan voorzieningen voor werknemers die op straat komen te staan als een bedrijf failliet gaat.”
Ten aanzien van migranten zal de Landsverordening arbeid vreemdelingen (Lav 2007) aangepast worden: ,,De uitvoering van deze landsverordening moet versterkt en aangepast worden op dusdanige wijze dat grootaandeelhouders binnen bedrijven mensen met kennis kunnen aantrekken. Curaçao kan profiteren van deze kennis”, zo wordt in het regeerakkoord aangevoerd.
De regering is ook voornemens het tripartiete overleg tussen werkgeversorganisaties, regering en werknemersorganisaties, de zogenoemde Diálogo Nashonal, te legaliseren ‘om zo de condities te creëren voor het platform om optimaal te kunnen functioneren’.
Tot slot: om in alle opzichten misstanden te voorkomen, zal de arbeidsinspectie versterkt worden, met extra inspecteurs. Investeerders zullen aangespoord worden om bij grote projecten, zoals de raffinaderij, een nieuwe plant voor gas, hotelbouw of het nieuwe ziekenhuis, lokaal personeel - mogelijk vooraf - te scholen zodat zij het benodigde werk kunnen verrichten.
Mensen met een onderstandsuitkering zullen aangespoord worden deel te nemen aan vormingsprojecten om zo ook weer terug te keren in het arbeidsproces.
Er zal gewerkt worden aan een algemeen pensioen voor iedereen, zo staat nog in het regeerakkoord. En specifiek wordt aandacht besteed aan de ‘loan sharks’. Dit zijn illegale leningverstrekkers die vaak relatief kleine geldbedragen beschikbaar stellen tegen woekerrentes. Vooral ‘de arme man’, die bij een lokale bank niet kan lenen, wordt hier vaak slachtoffer van.