Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Gilmar ‘Pik’ Pisas, sinds ruim een week interim-premier, en Rudney Garmers - beide voormalig Statenlid voor MFK - hebben geen bewijs voor hun verklaringen dat hun voormalige partijgenoot Dean Rozier medio 2012 heeft geprobeerd hen en wijlen Monique Koeijers-Felida onder aanbieding van een geldbedrag over te halen om de steun aan de MFK/PS/MAN-coalitie in te trekken, met als doel het kabinet-Schotte te doen vallen.
Dat heeft het gerecht gisteren bepaald in een langslepende zaak tussen de vier voormalige partijgenoten. De vier hadden ooit een goede verstandhouding en waren als leden van de MFK-fractie geestverwanten. Vanwege hun gedeelde zorg over de gang van zaken binnen de partij van Gerrit Schotte en de coalitie met Pueblo Soberano (PS) trokken zij aanvankelijk samen op.
Er was met name bezorgdheid over hun ministers George ‘Jorge’ Jamaloodin - tegenwoordig gedetineerd in Caracas, in afwachting van uitlevering in verband met verdenkingen in drie strafzaken tegen hem - Jacinta Constancia en Nasser El Hakim.
Over de eerste schreef de later overleden Koeijers-Felida: ,,Ik vraag me af wanneer de minister van Financiën nu eindelijk eens ophoudt met in het wilde weg inhoudsloze uitspraken te doen, terwijl hij drommels goed weet dat dingen van hem het daglicht niet kunnen velen”. Dit en andere zaken moesten als ‘een aantal eisen’ aan ‘Gerrit’ worden voorgelegd.
Zo moest Jamaloodin zo snel mogelijk worden ontslagen en vervangen door ‘een minister die onpartijdig is en kennis van zaken heeft’ en een adviseur moest worden aangesteld voor ‘Jacinta en Hakim’, die nauwkeurig de adviezen van deze persoon moesten opvolgen.
Op een bepaald moment ging het mis tussen Rozier enerzijds en Pisas, Garmes en Koeijers-Felida anderzijds en beweerden de laatste drie dat Rozier – destijds fractievoorzitter van MFK - ieder een half miljoen zou hebben aangeboden om het kabinet-Schotte te laten vallen.
De rechter acht dit niet bewezen: ,,Het gerecht verklaart voor recht dat gedaagden geen bewijs hebben voor hun litigieuze verklaringen aangaande betrokkenheid van eiser bij poging tot omkoping van leden van de Staten Curaçao”, aldus het vonnis.
Rozier heeft erop gewezen dat de MFK/PS/MAN-coalitie toen kon bogen op slechts 11 van de 21 parlementszetels en dus op de kleinst mogelijke meerderheid in de Staten. ,,In het verlengde daarvan is namens eiser (Rozier) overtuigend betoogd dat hij (dus) de gedaagden niet nodig had om de coalitie te laten stranden. Dat geldt eens te meer omdat ook het MAN-Statenlid Eugene Cleopa op 23 juli 2012 was uitgetreden. Eiser heeft als getuige onder ede verklaard, dat hij al eerder door Cleopa van diens voorgenomen uittreden op de hoogte was gesteld.”
Pisas, tegenwoordig minister-president en minister van Justitie in het door hem vernoemde interim-kabinet, en Garmes hebben het bewijs, dat hun was opgedragen, niet geleverd. Dat betekent echter nog niet dat alle (overige) vorderingen van Rozier onverkort toewijsbaar zijn. Zoals schade.
Weliswaar hebben Pisas en Garmes geen bewijs voor hun verklaringen over betrokkenheid van Rozier bij poging tot omkoping, dat houdt nog niet in dat het tegendeel vast is komen te staan, te weten dat Rozier zich <I>niet<I> in die zin heeft geuit. Aldus de rechter.
Rozier, die stelt dat Pisas en Garmes zich onrechtmatig jegens hem hebben gedragen, dient dit in beginsel te bewijzen. Dit is van belang in verband met de aansprakelijkheid voor geleden schade.
,,Het enkele feit dat gedaagden het van hen verlangde bewijs niet hebben geleverd, is daarvoor niet voldoende.” Hier geldt wat de rechter betreft ‘dus het woord van eiser tegen het woord van gedaagden’.
Dan speelt er nog iets: bij vonnis van 16 augustus 2016 is het Openbaar Ministerie (OM) verzocht het strafdossier inzake eiser Rozier in het geding te brengen. Het OM heeft een brief in het geding gebracht waarin het om uitstel vraagt. ,,Uit het feit dat niet alleen eiser, maar ook gedaagden (Pisas en Garmes) vonnis hebben gevraagd, leidt het gerecht af dat partijen niet langer prijs stellen op kennisneming van het strafdossier.”