Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De snelheid waarmee de Rijksministerraad vrijdag heeft gereageerd op de gebeurtenissen van de afgelopen week op Curaçao is uniek, stelt hoogleraar staatsrecht Arjen van Rijn in een bijdrage ‘Eens en nooit weer’ elders in in deze editie van het Antilliaans Dagblad.
En al even uniek is de beslissing om een Algemene Maatregel van Rijksbestuur in procedure te brengen teneinde te verzekeren dat de Statenverkiezingen op 28 april op ordentelijke wijze doorgang vinden. ,,Dat is op deze manier nog nooit vertoond.”
De drempel voor het Koninkrijk om eenzijdig in te grijpen in de autonome aangelegenheden van een Caribisch land is altijd hoog geweest, legt Van Rijn uit, en dat is terecht. Het Statuut trekt een duidelijke scheidslijn tussen wat des Koninkrijks is en wat der landen. Die scheidslijn wordt nauwgezet bewaakt.
,,Anders dan nogal eens wordt gedacht zit de koninkrijksregering er helemaal niet op te wachten om verantwoordelijkheden naar zich toe te trekken. In Den Haag wil men niets liever dan dat de landen in de Cariben hun eigen boontjes doppen.”
Dat geldt volgens de hoogleraar óók als de waarborgfunctie in het geding is die het Statuut aan het Koninkrijk heeft opgedragen. ,,De landen dienen zelf zorg te dragen voor de verwezenlijking van de fundamentele rechten, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. Alleen het toezicht daarop is een koninkrijksaangelegenheid. En dat toezicht is in de achterliggende 62 jaar met de grootst mogelijke schroom uitgeoefend.” Slechts tweemaal eerder is er een algemene maatregel van bestuur uitgevaardigd. In 1959 voor het Eilandgebied Curaçao en in 1992 voor het Eilandgebied Sint Maarten.
Over gouverneur Lucille George-Wout zegt Van Rijn dat zij heeft laten zien dat ze haar constitutionele taken ‘zuiver en rolvast’ vervult. ,,Ze kent haar grenzen, maar weet ook wanneer het nodig is te handelen.” Het ligt dan naar zijn oordeel ook voor de hand dat de Koninkrijksregering juist de gouverneur met de noodzakelijke bevoegdheden bekleedt om te bewerkstelligen dat de verkiezingen goed verlopen.
,,Door dit te doen herschrijft de koninkrijksregering inderdaad de geschiedenis van het Statuut tot dusver. We beleven een zeer bijzonder moment. Er wordt een dikke streep in het zand getrokken. Het is zeker een droevig moment voor Curaçao, omdat het zover moest komen. Maar ook een geruststelling, dat het Koninkrijk als het echt nodig is niet wegkijkt maar opkomt voor de kernwaarden die ons binden.”
Zie ook onder Opinie:
Eens maar nooit weer