Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Straatsburg - De meerderheid in de Staten, onder aanvoering van MFK-leider Gerrit Schotte, heeft bij het Europees Hof van Justitie in Straatsburg bakzeil gehaald. En daarmee ook het interim-kabinet-Pisas, dat eveneens afging op het oordeel van de Europese rechter.
De Europese rechter is er zelfs niet eens aan te pas gekomen. Een functionaris die het register bijhoudt (de ‘registrar’) heeft gisteren laten weten dat het Europees Hof het verzoek van ‘Gerrit Schotte and 10 others’ niet eens in behandeling neemt.
Dat staat in een schrijven van het Europees Hof aan voormalig PNP-politicus Rutsel Martha, die als advocaat van Lindeborg in Londen optreedt namens de 11 Statenleden van MFK, KdNT, PS, MP/Marilyn Moses, Eduard Braam en Gassan Dannawi. Degene die van het ‘Blok van 12’ ontbreekt, is Sherwin Leonora van Pueblo Soberano.
Op één samenvattend A-4tje laat de Straatsburgse beambte weten dat ‘dit verzoek buiten de werking valt van Regel 39 en daarom niet is voorgelegd aan een rechter voor een beslissing’. Regel 39 betreft ‘interim-measures’, zo blijkt uit de Rules of Court van de European Court of Human Rights (ECHR).
Op grond van deze regel had de jurist Martha, in naam van de 11 Statenleden, de Nederlandse regering op 24 maart – de dag dat het interim-kabinet Pisas aantrad - voor de Europese rechter gesleept, om af te dwingen dat Nederland het besluit om het parlement van Curaçao te ontbinden, opschort.
,,The Court applies Rule 39 only where an applicant faces an imminent risk of serious and irreparable damage”, kregen de 11 Statenleden via hun advocaat Martha te weten. Het betreft in verreweg de meeste gevallen personen die een Europees land uitgezet worden of uitgeleverd, waarbij de verzoeker reëel risico loopt. Met andere woorden: de 11 hebben met een beroep op Regel 39 een geheel verkeerd rechtsmiddel ingeroepen.
Echter, premier Gilmar ‘Pik’ Pisas - op deze positie aangewezen door de niet-ministeriabele Schotte - noch de MFK-voorman en de andere partijleiders van KdNT, PS, Moses, Braam en Dannawi noemden dit gisteren in hun nationale reden respectievelijk spoedpersconferentie.
De gang naar het Europese Hof was een belangrijk onderdeel van Pisas en zijn interim-ministers en van de 11 Statenleden om de reeds uitgeschreven verkiezingen van 28 april tegen te werken. Maandag 27 maart werden hiertoe zowel een Landbesluit (LB) aan gouverneur Lucille George-Wout voorgelegd - die weigerde te tekenen en stuurde dit onmiddellijk ter vernietiging naar de Koninkrijksregering toe - als een Ministeriële Beschikking (MB) aan het Hoofdstembureau opgelegd om de verkiezingen als ‘niet wenselijk noch verantwoord’ te bestempelen.