Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Het Hoofdstembureau (Konseho Supremo Elektoral, KSE) kan rustig haar werkzaamheden voortzetten in voorbereiding op de Statenverkiezingen van 28 april. Interim-minister Norberto Ribeiro (KdNT) heeft het ministerieel besluit waarmee hij het Hoofdstembureau eerder opdracht gaf om haar taken te staken, weer ingetrokken.
Dat maakte Ribeiro gisteren bekend tijdens een persconferentie. De persbijeenkomst was door de leden van het Hoofdstembureau opgeroepen, maar Ribeiro voerde als eerste het woord. Na alle opmerkingen in de afgelopen periode over fraude binnen het verkiezingsproces op Curaçao en andere zaken die in dit kader niet goed zouden verlopen, vertoonde Ribeiro gisteren een andere kant en verklaarde hij plotseling volledig achter de verkiezingen te staan en het Hoofdstembureau in deze dan ook helemaal te steunen. ,,Ze hebben mijn volledige steun”, aldus de BPD-minister. ,,Ik heb de verkiezingen altijd gesteund en doe dat nog. De heer Römer weet dat hij altijd op me kan rekenen voor wat dan ook; als er bijvoorbeeld extra kosten zijn bij de voorbereidingen, dan kan altijd contact met mij worden opgenomen, zodat wij de nodige support kunnen leveren, opdat de verkiezingen geen vertraging oplopen. De steun is onvoorwaardelijk.”
De reden voor zijn plotselinge ‘change of heart’ was volgens Ribeiro de uitleg die hij van de leden van het Hoofdstembureau had gekregen. Maar vooral de Statenvergadering van afgelopen dinsdag en de motie die daarbij was aangenomen, zouden voor hem doorslaggevend zijn geweest in zijn besluit. Ribeiro repte met geen woord over het besluit van het Europees Hof om het verzoek van het blok van 12 niet te behandelen. Toen een verslaggever hem daar uiteindelijk naar vroeg, zei hij schoorvoetend dat dat niet de reden is geweest voor het intrekken van het ministerieel besluit, waar hij een dag eerder nog vierkant achter stond. ,,Ik geef toe dat de manier waarop ik de zaken heb aangepakt de indruk kan wekken dat ik tegen het proces en daarmee de hele verkiezingen ben, maar dat is niet waar.”