Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Er komt een interim-kabinet. Daartoe heeft gouverneur Lucille George-Wout gisteren besloten, nadat zij haar consultatieronde met verschillende belangrijke actoren heeft afgerond.
In een officieel schrijven naar de pers laat het Kabinet van de Gouverneur weten dat de gouverneur van Curaçao van 20 tot en met 22 februari consulterende gesprekken heeft gevoerd met achtereenvolgens de Statenvoorzitter, de ondervoorzitter van de Raad van Advies, de minister van Staat, een delegatie van het platform ‘Nationale Dialoog’, de fractievoorzitters van de politieke partijen die in de Staten vertegenwoordigd zijn, alsook de onafhankelijke leden van de Staten van Curaçao.
Aansluitend heeft ook een oriënterend gesprek plaatsgevonden tussen de gouverneur en voormalig minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening Ruthmilda Larmonie-Cecilia (PS). Laatstgenoemde werd eerder door de nieuwe meerderheid in de Staten - nu bestaande uit MFK, KdNT, PS, MP van Marilyn Moses en de onafhankelijke Statenleden Eduard Braam en Gassan Dannawi - naar voren geschoven als mogelijke formateur van een interim-kabinet. Op basis van de gesprekken die deze week hebben plaatsgevonden heeft ‘de gouverneur besloten het proces om te komen tot een formateur van een interim-kabinet per direct in gang te zetten’, zo maakt het Kabinet van de Gouverneur officieel bekend.
Eerder gaf Stanley Betrian - die na de val van kabinet-Schotte in 2012 zelf enige tijd als interim-premier fungeerde - tegenover deze krant te kennen dat het instellen van een interim-kabinet technisch weliswaar mogelijk is, maar nagenoeg niet haalbaar omdat de nieuw aan te stellen tijdelijke ministers een screening moeten ondergaan. Betrian rekende voor: ,,Er moet een formateur aangesteld worden. Die heeft drie weken nodig om een kabinet te vormen. De leden van het kabinet moeten gescreend worden. Dat duurt meestal een week of vijf en dan is het al medio april, terwijl de verkiezingen op 28 april zullen plaatsvinden. Daar komt bij dat de eenmaal genomen beslissing voor het houden van verkiezingen, vastgesteld in een Landsbesluit en ondertekend door de gouverneur, niet meer teruggedraaid kan worden.”