Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Tijdens een persconferentie belegd door Giselle Mc William (MAN) en Marilyn Alcalá-Wallé (PAR) als uitgaande voorzitter en vicevoorzitter van de Staten, gaf Alcalá-Wallé een vergelijking met de val van het kabinet-Koeiman anno nu en de val van kabinet-Schotte in 2012. Hoewel de twee gebeurtenissen in hoofdlijnen gelijkenissen vertonen, zijn er grote verschillen, zo benadrukte de vertrekkende vicevoorzitter van de Staten.
In 2012 zegde het toenmalige lid van de MAN, Eugene Cleopa zijn steun op aan het kabinet-Schotte/MAN/PS. Op 3 augustus was het de beurt aan Dean Rozier, die toentertijd lid was van MFK. Met het opzeggen van de steun aan het kabinet verloor de regering haar meerderheid in de Staten. ,,De meerderheid wilde in die tijd ook een vergadering beleggen om een nieuwe Statenvoorzitter en vicevoorzitter te kiezen, maar pas op 24 augustus 2012 - drie weken nadat het kabinet haar meerderheid verloor - werd een vergadering opgeroepen. Deze vergadering werd echter niet benut om een nieuwe voorzitter te kiezen, maar werd door de toenmalige voorzitter die daar namens PS zat misbruikt om een monoloog te houden om vervolgens doodleuk de vergadering te sluiten”, zo blikt Alcalá-Wallé terug. ,,Niemand kreeg de kans om het woord te voeren en alle vergaderingen werden geannuleerd. Dat is een gebrek aan respect voor de volksvertegenwoordiging en een manier om de Staten het zwijgen op te leggen. Respectloos!”
Heel anders dan de situatie die zich nu heeft voorgedaan, zo legt de vertrekkende vicevoorzitter van de Staten uit. ,,Nu is binnen de uitgestippelde termijn van veertien dagen een vergadering belegd en is daarin ook het agendapunt opgenomen om een nieuwe Statenvoorzitter en vicevoorzitter te kiezen. Wij hechten wél waarde aan de democratie en respecteren de meerderheid.”
Alcalá-Wallé liet weten het een eer te hebben gevonden om - ook al was het maar voor een korte periode - als vicevoorzitter van de Staten te hebben gefungeerd. ,,Ik ben geen machtswellustig persoon en heb mijn functie naar eer en geweten uitgevoerd. Toen de huidige regering de meerderheid verloor, wisten wij dat wij ook onze functie ter beschikking zouden moeten stellen. Dat moment is nu aangebroken.”