Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Stichting Carmabi (Caribbean Research and Management of Biodiversity Foundation) heeft, door tussenkomst van advocaat Barbara Nagelmakers, officieel ‘pro forma’ bezwaar gemaakt tegen Landsverordening herziening Oostpunt en de herziening van het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP). Dat blijkt uit een schrijven, gedateerd 1 februari 2017, naar zowel de Staten als de regering van Curaçao.
Carmabi maakt daarbij gebruik van het vonnis in hoger beroep van 12 januari dit jaar, waarbij de milieuorganisaties niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun zaak. De milieuorganisaties voerden aan dat de regering in gebreke is gebleven bij het niet toepassen van de bezwaar- en beroepsprocedure met betrekking tot de wetgeving rond Oostpunt.
Hoewel de milieuorganisaties dus niet-ontvankelijk zijn verklaard, voornamelijk omdat de Landsverordening herziening Oostpunt op 21 december 2016 door de Staten is goedgekeurd, heeft het Hof wel een bezwaarmogelijkheid opengelaten. Hier maakt Carmabi nu gebruik van. In het vonnis wordt namelijk gesteld: ,,Het zijn de regering en de Staten die de landsverordening gezamenlijk vast hebben gesteld en op grond van artikel 13 van de Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning (Lvgro) staat tegen die bestreden Beschikking bezwaar open.”
Nagelmakers: ,,Carmabi is vooralsnog niet in staat om alle gronden waarop het bezwaar berust, te formuleren. Ter bewaring van de bezwaartermijn - die verstrijkt op 1 februari - dient Carmabi dit bezwaarschrift pro forma in. Carmabi wil gehoord worden alvorens op haar bezwaar wordt beslist en verzoekt u om haar in de gelegenheid te stellen haar bezwaar mondeling nader toe te lichten.”
Als voorproefje wordt het bezwaar in de brief kort samengevat: ,,Carmabi maakt bezwaar tegen de bestreden Beschikking omdat die naar haar oordeel, kort gezegd en hetgeen later nader zal worden toegelicht, niet op de juiste wijze tot stand is gebracht en in strijd is met het recht en verzoekt u om de bestreden Beschikking te heroverwegen en om rekening te houden met de door haar eerder ingebrachte zienswijzen. En om tevens een Milieu Effect Rapportage te laten uitvoeren voor de voorgenomen ontwikkelingen en bij het vaststellen van de herziening van de bestemmingen van de gronden te Oostpunt van het EOP met de uitkomsten van de Milieu Effect Rapportage rekening te houden. En om te onderzoeken of door de herziening van de bestemming, mensenrechten, algemene internationale natuur- en milieunormen, dan wel specifieke bepalingen van internationale verdragen waar het Land aan is gehouden nog steeds worden nagekomen bij het opstellen en uitvoeren van de herziening van de bestemming. En om de bestemmingskaart en bestemming alsmede de indeling van het Ontwikkelingsplan aan te passen.”
Mochten het Land en de Staten aanvoeren dat er geen beroepsprocedure mogelijk is omdat de Staten binnen de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR) uitgezonderd is als bestuursorgaan, stelt de advocaat: ,,De bestreden Beschikking is genomen door de Staten en de regering gezamenlijk als wetgever. In de LAR wordt de Staten uitgezonderd als bestuursorgaan. De ratio daarachter is dat de Staten in de regel besluiten van algemene strekking nemen en geen beschikkingen. Maar de Lvgro spreekt van een beschikking van de Eilandsraad. De Overgangsregeling bepaalt dat de Staten in de plaats getreden zijn van de Eilandsraad. Het Hof heeft dat in haar vonnis van 12 januari 2017 in de zaken van Amigu di Terra e.a. tegen de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), ter voorlichting van partijen ook overwogen. In casu staat derhalve bezwaar en beroep open tegen de beslissing van de Staten.”