Van onze redactie
Willemstad - De 7 Curaçaose wielrenners die naar Chili gingen om de bergpas Cristo Redentor (Christus de Verlosser), op de grens tussen Chile en Argentina, per fiets te beklimmen, zijn weer terug op het eiland. Om bij het standbeeld te komen, dat op bijna 4000 meter hoogte staat, moesten ze 85 kilometer klimmen over een steile weg.
,,De eerste 75 kilometer waren goed te doen. De weg was geasfalteerd en redelijk goed. Het weer was mooi. Wel was de weg hier en daar erg steil, en moesten we in dat eerste deel circa 50 haarspeldbochten door. Na zo’n 6 uur fietsen kwamen we bij de 30 jaar geleden aangelegde tunnel, die onder de berg door gaat op 3200 meter hoogte. Hier namen onze Curaçaose wielrenners de oude route over de berg. De laatste 9 kilometers waren onverhard. De weg was zo slecht dat de begeleidingsauto daar niet op kon en besloot door de tunnel te gaan en te proberen vanaf de andere kant omhoog te gaan”, zo vertellen de wielrenners over de uitdaging. De wielrenners gingen niet de tunnel door, maar vervolgden de weg, waarbij ze probeerden toch omhoog te fietsen. ,,Dat ging eigenlijk nauwelijks. De 50 haarspeldbochten (in 9 kilometer) waren zo slecht en steil dat de meeste gelopen moesten worden. Fietsen was op sommige stukken niet mogelijk. En toen begon het ook nog te hagelen, sneeuwen en onweren. Door de kou bevroren de vingers en het gezicht. Doorgaan was het devies. Stoppen of omkeren zou het alleen nog maar kouder maken, want door de inspanning van het naar boven fietsen en lopen bleef je nog een beetje warm diep vanbinnen.”
Het duurde uiteindelijk bijna 2 uur op het onverharde deel om boven te komen. ,,De Cristo Redentor was echt een verlosser bovenop. De voldoening was groot. Na de afdaling aan de Argentijnse kant werd er overnacht in een hut op 3200 meter hoogte. Prachtige vergezichten en immens hoge bergen. De hoogste, de Aconcagua van 7000 meter (hoogste berg buiten de Himalaya), was goed te zien en was bedekt met eeuwige sneeuw en gletsjers. De volgende dag gingen we weer naar de Cristo Redentor vanaf de Argentijnse kant. Dat was veel beter te doen, omdat de weg weliswaar onverhard was, maar wel veel beter, en het zonnetje scheen. Nog steeds erg koud, maar toch veel minder erg dan sneeuw en hagel en onweer.”
Op woensdag fietsten de 7 mannen van wielerclub Bellisima (Johnny Kleinmoedig, Guido en Jeroen Kibbelaar, Henk van der Huls, George Praag, Patrick Thissen en Laurens Keesen, in leeftijd variërend van 53 tot 69 jaar) naar de kust (Concon). Onderweg moesten ze nog de Rio Aconcagua kruisen. Er was een smal bruggetje dat ook zonder kleerscheuren genomen werd. Vervolgens fietsten ze op donderdag terug naar Santiago.
In totaal werd er in 5 dagen 500 kilometer gefietst en zo’n 6000 meter geklommen, waarvan de helft op 1 dag.