Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Justitieminister Ornelio ‘Kid’ Martina (PNP) heeft de ‘Commissie van Onderzoek naar de gebeurtenissen en politieel optreden Statenvergadering 4 januari 2017’ officieel ingesteld.
De Ministeriële Beschikking (MB) hierover is onlangs naar de Staten gestuurd. De commissie is ook al aan het werk, zo blijkt uit het begeleidend schrijven van de minister. ,,Namens de commissie verzoek ik u hierbij om al het beschikbare mariaal, zoals audio-opnames, videobeelden, mails en ander bewijsmateriaal en voorts alle relevante documenten aangaande de Statenvergadering van 4 januari 2017 aan mij ter beschikking te stellen ten behoeve van de commissiewerkzaamheden. Tevens verzoek ik u de notulen van de Statenvergadering d.d. 4 januari 2017, zodra deze zijn goedgekeurd, aan mij te doen toekomen”, zo schrijft Martina.
In de commissie zitten voorzitter Fred Wiel (voormalig ombudsman), lid Frank Stuger (voormalig bestuurslid Raad van Advies) en Gerold Daantje (ministerie van Justitie). De minister van Justitie verleent de Commissie van Onderzoek op haar verzoek een ambtelijke secretaris en kan aan de leden van de Commissie van Onderzoek een vergoeding toekennen, zo blijkt uit de MB.
Op 14 februari, namelijk vier weken na dagtekening van de MB, zal de commissie een eindrapport indienen, hoewel de commissie ook bevoegd is deze termijn van vier weken tweemaal te verlengen. En zelfs dan nog kan de minister verzocht worden de termijn een keer te verlengen.
In de overweging van de MB staat dat er ondanks het verzoek hiertoe van de Statenvoorzitter geen urgente politiebijstand is verleend waardoor er een onveilige situatie is ontstaan voor de diverse leden van de Staten in en buiten de Statenzaal en dat door diverse aanwezigen bedreigingen, intimidatie en andere vormen van agressie aan in de zaal aanwezige leden zijn geuit, die hebben geleid tot escalatie van de onveiligheid.
Het onderzoek is vooral gericht op het optreden van de politie en ‘het mogelijk gezamenlijk gepremediteerd optreden’ tussen sommige Statenleden en de politie. Dat wil dus zeggen dat de commissie onderzoekt of het traag optreden van de politie komt door een samenspanning tussen de politie en bepaalde Statenleden. In dat geval wordt ook onderzocht of de politie het nalaten van de dienstplicht of andere inbreuk in civielrechtelijke, disciplinaire en strafrechtelijke zin, verweten kan worden
Verder wordt onderzoek gedaan naar de geuite bedreigingen naar de voorzitter en andere leden van de Staten, en de ‘mogelijke agressie, aantasting van de persoonlijke levenssfeer, samenspanning, onrechtmatige daad in groepsverband en het plegen van feiten die hetzij als een overtreding hetzij als een misdrijf in strafrechtelijke zin kunnen worden aangemerkt’. Op basis van het onderzoek zullen aanbevelingen gedaan worden.
De leden van de Commissie van Onderzoek krijgen volgens de MB alle toegang tot informatie en informatiedragers en mogen daarvoor ook alle plaatsen binnentreden. Ook mogen zij de leden van het politiekorps en overige ambtenaren horen. Daarbij wordt vermeld dat de leden een geheimhoudingsplicht hebben.