Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er ligt een Landsverordening schoolveiligheidsplan op tafel waarin vastgesteld wordt dat scholen voor voortgezet onderwijs, maar ook funderend onderwijs, een eigen schoolveiligheidsplan moeten opstellen. Maar volgens de Raad van Advies (RvA) is niet duidelijk in hoeverre de uitvoerders binnen het onderwijs bij de uitvoering en wetgeving betrokken zijn.
Daarnaast moeten de veiligheidsplannen bekostigd worden uit de eigen schoolbudgetten, wat een onzekere factor is voor de realisatie van de plannen. Daar komt bij dat niet inzichtelijk is gemaakt met welke kosten zoal rekening moet worden gehouden. Er mist überhaupt een financieel plaatje bij de landsverordening. Die bijvoorbeeld ook een extra taak toebedeelt aan de onderwijsinspectie, wat financiële gevolgen heeft voor de onderwijsbegroting. De RvA merkt verder op dat het wetsvoorstel inhoudelijke onduidelijkheden kent. Zo moeten er bijvoorbeeld incidenten geregistreerd worden waarbij sprake is van het oplopen van lichamelijk letsel of van grove pesterijen. Er wordt echter niet duidelijk aangeven wat hieronder verstaan wordt. Ook is soms niet helemaal duidelijk of het gaat om de veiligheid van de gebouwen of om andere veiligheidsaspecten.
Ten aanzien van de onduidelijke financiële gevolgen merkt de Raad van Advies (RvA) op dat er geen inzicht bestaat in de omvang van de kosten per school en de totale kosten. Dit komt omdat de schoolveiligheidsplannen, waarvoor de initiatiefnemers pleiten, nog opgesteld moeten worden door de scholen. Uit de financiële paragraaf van de landsverordening blijkt dat de kosten van het veiligheidsplan uit de beschikbare begroting moeten komen van de scholen zelf, want het schoolveiligheidsplan maakt onderdeel uit van de noodzakelijke leerlingenzorg waarvoor scholen verantwoordelijk zijn. Om die reden zou er geen aparte voorziening voor wat betreft de bekostiging van het schoolveiligheidsplan voor scholen van het funderend onderwijs nodig zijn.
Maar, zo stelt de RvA vast, onder leerlingenzorg valt niet automatisch de schoolveiligheid. ,,Het kan zijn dat er inderdaad raakvlakken zijn, doch meent de raad dat uit het initiatiefontwerp valt af te leiden dat het schoolveiligheidsplan meer is dan alleen de zorg voor leerlingen”, aldus de raad.
Het is volgens de RvA onzeker of de kosten - uitgaande van een veiligheidsplan dat aan bepaalde vereisten dient te voldoen - daadwerkelijk binnen de begroting zullen kunnen passen. ,,Volgens de raad bestaat de kans dat deze scholen bij de overschrijding van hun begroting een beroep op de overheid of hun schoolbesturen zullen doen voor budgetverhoging”, aldus het advies. De raad vervolgt met te stellen dat er nadere analyses gedaan moeten worden, bijvoorbeeld door voor een bepaalde school een (pilot)veiligheidsplan op te stellen en de uitvoeringskosten ervan te ramen. Op deze manier kunnen de kosten zoals van de (initiatief)landsverordening gekwantificeerd worden, zo wordt gesuggereerd.
Daar komt bij dat in de landsverordening een extra taak weggelegd wordt voor de onderwijsinspectie, die toezicht moet houden op de uitoefening van de veiligheidsplannen en jaarlijks moet rapporteren over de veiligheidstoestand op deze scholen. De RvA stelt dat er geen financiële middelen tegenover staan en dat dit ook inhoudt dat er extra taken bij komen waarvoor ook de beschikbare capaciteit moet zijn.