Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De bestrijding van chikungunya is in 2012 laat op gang gekomen.
Het merendeel van de maatregelen is pas getroffen toen al sprake was van bevestigde gevallen op Curaçao en waren bedoeld om een grotere uitbraak te bestrijden.
Hoewel in 2012 een multidisciplinair team werd ingesteld bij de dienst Geneeskunde en Gezondheidszaken, is er binnen dit team tot en met juli 2014 niet gezamenlijk vastgesteld hoe het met de dreiging van de ziekte chikungunya voor Curaçao gesteld was en of en welke maatregelen genomen moesten worden. Ook de informatie en aanbevelingen van de Pan American Health Organization (Paho) zijn geen onderwerp geweest van de teamoverleggen. Dit terwijl Paho in de periode 2012-2014 regelmatig informatie heeft verstrekt over de ontwikkeling van de potentiële dreiging van chikungunya in de regio en ook aanbevelingen heeft gedaan, hoewel niet dwingend voorgeschreven.
Het team is in de periode van de dreiging en de uitbraak niet frequent samengekomen. ,,Uiteindelijk zijn nauwelijks maatregelen genomen tot eind juli 2014, toen de eerste gevallen van besmetting bevestigd waren. Vanaf dat moment tot januari 2015 zijn diverse maatregelen getroffen om de uitbraak aan te pakken”, zo staat in het gisteren gepubliceerde onderzoeksverslag van de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC), die onderzoek deed op verzoek van de Staten.
ARC is ook verzocht aanbevelingen te doen op het gebied van procedures, bekwaamheid en kwantiteit van het personeel, om mogelijke virus/epidemieën in de toekomst te voorkomen. Met betrekking hiermee komt ARC tot de conclusie dat de noodzakelijke procedures ontbreken om tijdig in te kunnen spelen op (potentiële) ziektedreigingen en op grote bedreigingen of epidemieën. Een van de problemen is dat de afdelingen die belast zijn met de bestrijding, kwalitatief en kwantitatief onderbezet zijn.
Er ontbreken procedures en als ze er wel zijn, zijn deze niet schriftelijk vastgelegd. Het ministerie is niet goed voorbereid op grote bedreigingen of epidemieën. Een van de knelpunten is dus de onderbezetting. Zo staat in het rapport: ,,De afdelingen Epidemiologie en Onderzoek en de afdeling Technisch Hygiënische Zorg (THZ) beschikken niet over het noodzakelijk geachte scala aan deskundigheden. Voor de afdeling THZ is bovendien niet van alle medewerkers de deskundigheid op het gewenste niveau. Tot slot zijn afdelingen Epidemiologie en Onderzoek en de afdeling THZ onderbezet.”