Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Uit het advies van de Raad van Advies (RvA) blijkt dat er bij de ‘ontwerp-Landsverordening (Lv) herziening Oostpunt tot wijziging van het EOP’ volgens de RvA wordt gemeten met verschillende maten. Net als de SER (Sociaal Economische Raad) eerder wijdt de RvA een hele paragraaf aan het mariene milieu. Aangevoerd wordt dat het om de ontwikkeling gaat van een gebied dat ongeveer 10 procent van de totale oppervlakte van Curaçao beslaat. Hieraan zijn natuurlijke en culturele waarden verbonden en bijzondere landschappen. Er zal dus uiterst zorgvuldig mee omgegaan moeten worden.
,,Zowel wat de wijze van economische ontwikkeling betreft als de (nieuwe) intensieve, menselijke activiteit ter plaatse. Dit houdt in dat noodzakelijk onderzoek ten behoeve van de regering zowel betrekking moet hebben op de aanwijzing van de bestemmingen, als op de vraag wat nodig is om een adequate invulling van die bestemmingen te verzekeren, in overeenstemming met geldende wetten en verdragen”, aldus de RvA.
En verder: ,,Van essentieel belang daarbij is dat de regering zich een goed beeld vormt van de bij de herziening betrokken belangen. Voor het ontwerp betekent dit dat een redelijk zicht moet worden gegeven op de haalbaarheid en uitvoerbaarheid daarvan, waarbij natuur- en milieuwaarden en de gevolgen voor het leefmilieu belangen zijn die bij de besluitvorming betrokken moeten worden.”
De inmiddels demissionaire regering is het niet eens met het advies en verwijt de RvA geen begrip te hebben van het ontwerp en de onderliggende documentatie waar het gaat om het gefaseerd uitvoeren met een balans tussen economisch belang en natuurbelang. De Raad van Advies wijst ook op internationale verdragsverplichtingen. De financiële paragraaf is te summier, zo stelt de RvA, en mist een gedegen onderbouwing en laat eerder een (economische) opsomming zien van de te verkrijgen belastingopbrengsten in geval van ontwikkeling van de gronden te Oostpunt.
De regering: ,,Ten eerste is de balans tussen natuur en economisch belang het primaire uitgangspunt van onderhavig ontwerp, zoals in vele onderliggende documenten alsmede in onderhavige Memorie van Toelichting is toegelicht. Ten tweede is er geen verband tussen fasering en balans tussen natuur en economisch belang. Ook een gefaseerde ontwikkeling kan tot veel milieuschade leiden, waarvan vele voorbeelden zijn aan te wijzen. Het is aan de overheid om ontwikkelaars regels op te leggen om de balans tussen economisch belang en natuur te waarborgen en dat is juist wat met onderhavig ontwerp wordt gerealiseerd.”