Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Vertegenwoordigers van het Curaçaose bedrijfsleven zeggen dat de lokale economie voor miljoenen guldens schade heeft geleden door de algemene staking van afgelopen donderdag.
In gesprek me deze krant zeggen de voorzitter van de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC), Joel da Silva Gois en Marcos Cova, waarnemend voorzitter van de Kamer van Koophandel (KvK) dat de economie door de stakingen voor miljoenen guldens schade heeft opgelopen; vele malen meer dan de 1,8 miljoen gulden die de SGTK-vakbond voor zijn leden eiste, en ook kreeg met het akkoord ‘Kòrsou ta Avansá’.
Door de staking kwam het openbare leven op het eiland grotendeels stil te liggen, omdat de stroomvoorziening door Aqualectra stokte. Scholen gingen dicht en veel bedrijven sloten de deuren, omdat ze niet de beschikking hadden over een noodgenerator of omdat de werknemers geen oppas voor hun kinderen konden regelen.
Volgens Miles Mercera-Schoobaar van de Curaçao Hospitality & Tourism Association (Chata) loopt de directe schade aan de hotelsector in de honderdduizenden guldens, omdat hotel-restaurants voedingswaren moesten weggooien, die door de stroomuitval waren ontdooid en bedorven. Hetzelfde geldt ook voor veel supermarkten op het eiland, zo stelt Da Silva Gois namens de VBC.
Het is volgens de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven overduidelijk dat de schade aan de economie als gevolg van de stakingen substantieel is. ,,In mijn directe omgeving gaan er discussies over bedragen van tien tot vijftien miljoen gulden”, zo stelt Cova. Maar net als Da Silva Gois en Mercera-Schoobaar benadrukt hij dat concrete gegevens vooralsnog ontbreken, zo kort na de algemene staking, en dat men daarom voorzichtig moet zijn met schattingen van de geleden schade.
Ook zijn alle drie van mening dat de grootste schade is gelegen in immateriële zin, waarbij het gaat over het imago van Curaçao in het buitenland, om verbroken zakelijke relaties en om het vertrouwen van het bedrijfsleven. Aldus Cova. ,,We willen naar buiten toe graag overkomen als een ontwikkeld land en dan komen we met deze acties in een categorie terecht waar we niet willen zijn. Dat is teleurstellend.”