Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Elmer ‘Kadè’ Wilsoe (PS) neemt afstand van de Staten.
Dat heeft de politicus in het partijkantoor van Pueblo Soberano bekendgemaakt. Reden voor zijn terugtreden zijn de verdenkingen aan zijn adres in de zaak Maximus, waarbij onderzoek wordt verricht naar de moord op PS-politicus Helmin Wiels. Wilsoe behoudt wel zijn zetel, maar zal geen vergaderingen bijwonen.
In de documenten van het proces-verbaal die eind vorige week zijn gelekt, wordt bekend waar Wilsoe precies van wordt verdacht. ,,Uit onderzoek is gebleken dat Kadè Wilsoe kennelijk tegenstrijdige en leugenachtige verklaringen heeft afgelegd over zijn geplande ontmoeting met Helmin Wiels op het strand van Marie Pampoen op 5 mei 2013, alwaar Helmin Wiels werd doodgeschoten en Kadè Wilsoe niet aanwezig was. Kadè Wilsoe wordt ervan verdacht de afspraaklocatie door te hebben gegeven, zodat de moord daar uiteindelijk plaats kon vinden.”
Hoewel de zaak uit 2013 dateert en de naam van Wilsoe al enige tijd in de wandelgangen te horen is, heeft de politicus nu het besluit genomen om afstand te nemen van de Staten. In de Staten is er immers geen plek voor verdachten, zo gaf hij in het partijkantoor te kennen. Tijdens de bijeenkomst in de sede van Pueblo Soberano benadrukte Wilsoe dat hij niets te maken heeft met de moord op Wiels, die in leven de goede vriend van Wilsoe was. ,,Ik moet echter wel met de realiteit leven dat ik als verdachte ben gekenmerkt. Als gevolg hiervan stuur ik maandag een brief naar de Statenvoorzitter. Niet omdat ik schuldig ben, absoluut niet.” Dat hij schuldig zou zijn, heeft volgens Wilsoe niets te maken met de reden waarom hij heeft besloten afstand te nemen van de Staten. ,,Ik heb wel een geweten en principes waar ik voor sta. Ook heb ik respect voor de Staten; daar is geen plek voor verdachten.”
De oud-minister van Justitie ten tijde van het kabinet MFK/MAN/PS zegt zich de komende tijd voor te zullen bereiden op wat er komen gaat. ,,Ik moet dit ‘for once and for all’ aanpakken. Ik heb tijd voor mezelf nodig en tijd nodig om mij op deze oorlog voor te bereiden. Ik ben ervan overtuigd dat ik die niet zal verliezen. Ik heb vrede met mezelf en vrede met mijn geweten. Ik slaap elke dag goed. Ik heb een sterk karakter. Deze mensen zullen me niet breken.”