Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Advocaat Everett Wilsoe hoopt voor het eind van deze maand opheldering te hebben of zijn cliënt George Jamaloodin, voormalig minister van Financiën voor de MFK, nog steeds als verdachte wordt gezien in de zaak Maximus.
Dat heeft Wilsoe desgevraagd tegenover deze krant verklaard. ,,Op 1 augustus heb ik namens mijn cliënt bij de rechter-commissaris het verzoek ingediend om duidelijkheid te krijgen of cliënt nog steeds als verdachte wordt gezien in de zaak Maximus. Daarbij heb ik gebruikgemaakt van artikel 56 van het Wetboek van Strafvordering. Dat artikel stelt dat de rechter ervoor moet waken dat de termijn dat iemand als verdachte in een strafzaak wordt beschouwd, redelijk moet zijn. De rechter-commissaris heeft als taak om toe te zien dat een persoon niet onnodig en onredelijk lang als verdachte wordt beschouwd”, aldus Wilsoe.
,,Het is al meer dan twee jaar geleden dat Jamaloodin werd aangehouden. Zijn detentie is later opgeheven, hij is toen in vrijheid gesteld. Maar mijn cliënt weet nog steeds niet waar hij aan toe is. Deze onduidelijkheid en onzekerheid heeft voor hem persoonlijk en als ondernemer gevolgen.”
De rechter-commissaris zal aan de hand van het verzoek het Openbaar Ministerie (OM) moeten horen over de status van Jamaloodin, zo legt de advocaat uit. Wilsoe verklaarde ook dat het in de geschiedenis van de strafvordering van de eilanden het één keer eerder is voorgekomen dat er gebruik is gemaakt van artikel 56 van het Wetboek van Strafvordering. Dat was in zaak Zambezi waarbij de Bonairiaanse politici Ramonsito Booi en Burney Elhage en diens vrouw verdacht werden van fraude en witwassen. ,,Er bestaat geen wettelijke termijn waarbinnen er duidelijkheid moet zijn of iemand nog steeds als verdachte geldt, maar ik hoop wel dat mijn cliënt voor het einde van de maand weet waar hij aan toe is”, aldus Wilsoe. Jamaloodin wilde daartoe gevraagd zelf niet inhoudelijk commentaar op het verzoek leveren en verwees daarvoor naar advocaat Wilsoe.