Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het verwachte vuurwerk bleef uit tijdens de ‘lunch briefing’ donderdagmiddag met minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia (PS) over het beleid ten aanzien van het verstrekken van werkvergunningen.
Wel een tot de laatste stoel bezette volle zaal in La Belle Alliance van Avila Beach Hotel in verband met de bijeenkomst georganiseerd door Curaçao International Financial Services Association (Cifa). Maar na de presentatie van de bewindsvrouw van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) bleef het spervuur aan vragen beperkt. Vooraf was rekening gehouden met kritiek op moratorium en de controversiële 80/20-regeling.
Over dit laatste zei de minister dat deze ‘in de maak is’. Dat betekent, verduidelijkt Larmonie-Cecilia zelf, dat de regeling nog niet is afgekondigd en dus nog geen kracht van wet heeft. Wanneer dit naar verwachting wel gebeurt, daarover zij ze niets.
Meer in algemene zin benadrukte Larmonie-Cecilia dat het de taak is van elke overheid om er eerst voor te zorgen dat de lokale arbeidskrachten aan een baan komen en dan pas eventueel buitenlandse werknemers. ,,Als overheid moeten wij het belang van de eigen bevolking dienen.”
Op de vraag uit de zaal waarom de bewindsvrouw meent dat werkgevers veel geld en tijd steken in het tewerkstellen van buitenlandse krachten, terwijl de meeste bedrijven liever gewoon personeel van eigen bodem in dienst heeft, had Larmonie-Cecilia een aantal antwoorden: ten eerste zouden veel werkgevers de kosten van de werkvergunning laten betalen door de werknemer; het komt verder voor dat ze minder worden betaald; ook zijn buitenlandse arbeidskrachten geneigd meer en langer door te werken, omdat ze vaak geen gezin hebben of uit een zekere angst voor de werkgever.
,,Ik stel met klem dat het niet overal gebeurt en dat alle werkgevers dit zo doen, maar wij weten intussen wel dát het gebeurt.” Dezelfde vragensteller merkte daarop op het jammer te vinden dat de minister niet ook de factor ‘mentaliteit’ noemt die een deel van de lokale werkers parten speelt, waardoor het regelmatig voorkomt dat zij om een ‘knullige reden’ hun baan verliezen. Bijvoorbeeld omdat ze zich ziekmelden, maar op Facebook te zien is dat ze die dag uitbundig deelnamen aan het Seú-feest.
Instemmend geknik in de zaal. En ook de minister is het hiermee eens. ,,Daarom moeten we meer werken aan een betere werkethiek. Dat gebeurt ook. Onze ministerie is ermee bezig. Maar het betekent niet dat we daarom de deur moeten openzetten voor de stroom buitenlanders die in ons land willen komen werken.”
Larmonie-Cecilia pleit voor een ‘paralleltraject’. Bovendien zegt ze dat het bedrijfsleven niet moet zitten wachten op wat de overheid doet, maar ook zelf het initiatief neemt om te investeren in cursussen en training van vooral jongere personeelsleden. ,,Bij hen ontbreekt het vaak nog aan ervaring. Dat bouwen ze alleen op de werkvloer op.”