Van onze correspondent
Den Haag - De aan het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko) deelnemende delegaties willen dat de vier regeringen nog deze maand overleggen over de situatie in Venezuela en bespreken hoe de landen zich gezamenlijk kunnen voorbereiden op de gevolgen als er eventueel een vluchtelingenstroom op gang komt.
Het onderwerp ‘Venezuela’ is op het laatste moment toegevoegd aan de Ipko-agenda. De delegaties concludeerden dat gevoel van urgentie te delen. Aangezien de buurlanden van Venezuela hun grenzen hermetisch hebben afgesloten en Aruba, Curaçao en Bonaire op korte vaarafstand liggen, vormen die de snelst bereikbare veilige plek.
Fysiek, logistiek en financieel kunnen de eilanden het niet aan grote groepen vluchtelingen te herbergen. Een mogelijkheid die gisteren werd geopperd is de vluchtelingen na de eerste opvang over te brengen naar grotere landen in de regio, maar daarover zullen dan wel met die landen tijdig afspraken moeten worden gemaakt.
Invoering van een visumplicht werkt eerder contraproductief: die houdt eerder toeristen en investeerders tegen, terwijl vluchtelingen die in (hongers)nood verkeren zich weinig gelegen zullen laten liggen aan een visumplicht. Bovendien hebben de immigratiediensten ook nu al de mogelijkheid reizigers die niet over voldoende middelen van bestaan beschikken de toegang te weigeren.
De Ipko-delegaties waren het erover eens dat gezien de complexiteit en de geopolitieke aspecten de ‘kwestie Venezuela’ tot koninkrijksaangelegenheid moet worden verheven. Besloten is een brief naar de Rijksministerraad te sturen met het verzoek voor 1 juli namens de vier regeringen een plan op te stellen hoe de landen zich kunnen voorbereiden voor het geval de situatie in Venezuela uit de hand loopt. ,,De vraag is niet of, maar wanneer dat gebeurt”, was gisteren de algemene opvatting.