Van een onzer verslaggevers

Willemstad - In verband met de uitstaande vordering in Venezuela van bijna 70 miljoen dollar (120 miljoen gulden) heeft Insel Air opnieuw een beroep gedaan op het bufferfonds.

Dat gebeurde eerder ook al in 2014, waarna de private luchtvaartmaatschappij naar eigen zeggen alles netjes terugbetaalde.
Directeur Albert Kluyver van Insel benadrukt in gesprek met het Antilliaans Dagblad dat er helemaal niets mis is met het vliegbedrijf. ,,Integendeel, wij draaien juist erg goed, evenals de internationale luchtvaartindustrie als geheel. Dat wordt ook bevestigd door de internationale burgerluchtvaartorganisatie IATA in de outlook voor 2016. Dat komt deels door de sterk verlaagde brandstofprijzen.”
Maar 120 miljoen zelf voorfinancieren is wel erg veel geld, vervolgt de ceo van Insel Air, die daarom ‘voor een fractie’ ervan heeft aangeklopt bij de overheid. Een fractie is in dit geval circa 20 procent van het openstaande bedrag. Dat komt neer op 24 tot 25 miljoen gulden. ,,De rest dekt Insel zelf af.”
Het bufferfonds was begin 2014 een voorstel van de Curaçaose Burgerluchtvaartautoriteit (CBA) en werd gesteund door het toeristenbureau CTB, de toeristische branchevereniging Chata en Curaçao Airport Holding (CAH). In het algemeen belang van het toerisme en de economie, het in stand houden van de vliegverbindingen en het behoud van de werkgelegenheid.
,,We hebben toen een overbrugging gekregen en inmiddels ook helemaal afbetaald. Operationeel en financieel is Insel gezond. We zitten echter met overmakingen uit Venezuela, over in 2014 verkochte tickets, die nog op zich laten wachten. Over 2015 doet het probleem zich niet voor, want vanaf dat jaar werden tickets niet meer in bolívars verkocht maar nog uitsluitend in dollars.”
Tegelijkertijd is Insel toen begonnen om de ‘exposure’ van het vliegbedrijf ten opzichte van Venezuela drastisch in te perken. ,,Van 35 procent afhankelijkheid van onze omzet eerder tot 7 tot 8 procent nu.” Dat betekende dat het roer om moest en Insel minder frequent en met kleinere toestellen op de Venezolaanse steden ging vliegen en de ticketverkopen naar elders verplaatste door een aanzienlijke uitbreiding van het bestemmingsnetwerk naar 26.
Insel, met hoofdvestiging op Curaçao en een tweede ‘hub’ op Aruba, biedt werk aan circa 750 personen en voert met achttien toestellen dagelijks ongeveer 70 vluchten uit. Kluyver zegt dat de 10-jarige maatschappij de wind mee heeft met de fors lagere prijzen voor kerosine. ,,Het gaat juist goed. Alleen zitten we dus met een erfenis van trage betalingen. Het gaat om enorme bedragen. Venezuela betaalt - uiteindelijk - wel. Dat heeft het land eerder bewezen. Het duurt alleen. En daarvoor doen wij een beroep op het bufferfonds, omdat álle toeristische en economische partners profiteren van Insel Air maar alleen wij opdraaien voor de effecten van trage betalingen.”