In afwachting van uitspraak mogelijke corruptie
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Twee agenten van de Landelijke Beveiligingsdienst (LBD) zijn door het Gerecht in Ambtenarenzaken in het gelijk gesteld met betrekking tot het stopzetten van hun salaris per maart dit jaar.
Belangrijkste reden is dat bij de strafoplegging en het daaropvolgende ontslag is nagelaten om een onmiddellijke tenuitvoerlegging te bepalen.
Het tweetal, L. Thodé en F. Martina, werd vorig jaar januari aangehouden op luchthaven Hato, omdat zij de controles zouden hebben omzeild en met koffers met auto-onderdelen naar buiten zijn gekomen zonder hier invoerrechten over te betalen.
De zaak baarde opzien omdat een agent de broer is van Statenlid Amerigó Thodé (MFK) en omdat beide mannen voorheen lijfwachten waren van Gerrit Schotte (MFK).
In het vonnis wordt nog aangevoerd: ,,Feit is dat verzoekers tegen het strafontslag bezwaren hebben ingediend. Niet gesteld of gebleken is dat deze bezwaren niet tijdig zijn ingediend. Dit betekent dat het strafontslag niet onherroepelijk is geworden. Dit heeft tot gevolg dat de over en weer geldende verplichtingen zijn blijven bestaan. Het stopzetten van de loonbetalingen verdraagt zich daar niet mee.” Uitgelegd wordt dat er een voorziening getroffen moet worden, omdat het stopzetten van het salaris een dreigend nadeel is voor de twee agenten.
De rechter stelt dan ook: ,,De minister van Justitie (verweerder) zal worden bevolen de loonbetalingen aan verzoekers met ingang van de maand maart 2016 te hervatten en zoals gebruikelijk voort te zetten totdat de landsbesluiten van 23 december 2015 (de dag waarop de agenten ontslag is aangezegd, per 1 februari van dit jaar, red.) onherroepelijk zijn geworden.”