Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Adrian ‘Venenu’ M. en Judrin ‘Mob’ M. hebben ook in hoger beroep gisteren een levenslange straf opgelegd gekregen voor de Hato-dubbele moordzaak in 2014. Ook het Gerecht in Eerste Aanleg gaf levenslang.
Tegen Raily B. is net als in eerste aanleg 20 jaar geëist. Zijn straf is lager omdat hij chauffeur is geweest, en daarom medeplichtig, maar niet geschoten heeft.
Bij de schietpartij op Hato kwamen toen de Buena Vista City (BVC)-gangleden E. Juliana en S. Arnhem om het leven. En ook onschuldige omstanders die op dat moment mensen ophaalden die met het vliegtuig uit Nederland waren aangekomen, raakten daarbij gewond. In het vonnis worden hun namen genoemd: ,,M. Raphael, H. Vreekmap-Kusters, C. Paulo, C. Jansen, J. Dicke, O. Mingeli en S. Chawla.
Hoewel het Hof stelt dat een levenslange gevangenisstraf alleen in uitzonderlijke gevallen kan worden opgelegd en het uitgangspunt gehanteerd moet worden dat mensen kunnen veranderen, zeker op de lange duur, is toch wederom levenslang uitgesproken. ,,Bij het onderzoek in hoger beroep is geen begin gebleken van enige verandering ten goede”, zo wordt in vonnis aangevoerd. En verder wordt in elk afzonderlijk vonnis hetzelfde aangevoerd: ,,De verdachte heeft het zelfs niet kunnen opbrengen om in het algemeen iets te zeggen over de schietpartij en de gevolgen daarvan voor nabestaanden en de slachtoffers, integendeel hij is geheel op zichzelf gericht geweest.” De koelbloedigheid van de gebeurtenis en de grote kans op recidive hebben er bij het oordeel voor levenslang nog een schepje erbovenop gedaan. En verder: ,,Het risico dat de verdachte na het uitzitten van de tijdelijke gevangenisstraf nog steeds een groot gevaar voor de maatschappij vormt, is daarvoor te groot.”
Tijdens de rechtszitting op 8 april is door de verdediging verzocht om getuigen nog eens te horen en onderzoek te doen naar het gebruikte wapen en de gevonden kogel in het lichaam van een van de slachtoffers. Verder zouden er nog stukken aangeleverd moeten worden. Het Hof stelt hierover dat dit verzoek niet voldoende onderbouwd is en ook niet ingezien wordt wat hiervan de toegevoegde waarde zou zijn. Ten aanzien van het onderzoek naar de kogel wordt gesteld: ,,Er wordt uitgegaan van een situatie waarin twee mannen met automatische machinegeweren op een groep mensen schieten waarbij zich het latere slachtoffer bevindt. Onder deze omstandigheden is het niet relevant welke kogel welk slachtoffer raakt. Nader onderzoek aan de mantel van de kogel in het lichaam is derhalve niet noodzakelijk.”
Net als in eerste aanleg heeft de verdediging ook in hoger beroep aangevoerd dat politie en justitie bewust en stelselmatig, zonder wettelijke basis, hebben opgetreden door forse tegenprestaties af te spreken met medeverdachten en getuigen in ruil voor verklaringen, zonder daarvoor duidelijkheid te verschaffen middels volledige en accurate verslaglegging. Een van die tegenprestaties zou zijn dat deze getuigen in Nederland gedetineerd werden onder gunstiger omstandigheden. In eerste aanleg is daarover gesteld: ,,Door het Openbaar Ministerie (OM) en de politie is verantwoording afgelegd over de uitgegeven gelden. Net als de overbrenging naar Nederland ziet het gerecht dit niet als tegenprestatie voor het afleggen van verklaringen, maar als kosten ten behoeve van noodzakelijke maatregelen in het kader van de veiligheid van de betrokkenen.” De rechters in hoger beroep sluiten zich hierbij aan, temeer omdat nieuwe feiten of omstandigheden niet zijn aangevoerd.