Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het instroomniveau van studenten op de University of Curaçao (UoC) is te laag en het instituut moet wonderen verrichten om deze studenten op een niveau te brengen om af te studeren. Dat heeft de rector magnificus Francis de Lanoy deze week op de 37e verjaardag, Dies Natalis, van de UoC naar voren gebracht.
Wat de rector magnificus nog het meeste zorgen baart is de constatering dat er geen synchronisatie en afstemming is tussen het primair, secundair en tertiair onderwijs. ,,Er is geen afstemming, er is sprake van desintegratie in de onderwijskolom wat zich manifesteert in een te laag instroomniveau van studenten op de UoC, dat tot het tertiair onderwijs hoort. Het niveau is te laag en niet toereikend voor aansluiting op de UoC. Vooral het taalniveau is zorgwekkend, zowel waar het gaat om Nederlands, Engels, als Papiaments. Ook zijn er vele klachten over de output van de UoC. Het ontbreekt de studenten aan alles. Men vergeet dat wij wonderen verrichten en er hard voor hebben moeten werken om de studenten tot een niveau te brengen waarmee zij kunnen afstuderen. Sommige opmerkingen zijn ook niet terecht. We leiden de studenten op tot startbekwame afgestudeerden die zich in de praktijk verder moeten kunnen ontwikkelen. Dit soort negatieve uitlatingen brengen de voortgang van de UoC in gevaar, terwijl men niet precies weet waar ze het over hebben. Dat neemt echter niet weg dat wij blijven doorgaan en proberen het beste uit de studenten te halen”, aldus De Lanoy. Hij stelt dat er nu een nieuwe hoogleraar is aan de Algemene Faculteit waarmee een impuls zal worden gegeven aan de UoC in het geheel. Samen met de minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS), Irene Dick (PS), wordt volgens de rector magnificus gewerkt aan het bewerkstelligen van een ommekeer in de onderwijssituatie waarbij een naadloze aansluiting het doel is. De Lanoy besluit: ,,De UoC zal volharden, consolideren en verbeteren, blijven werken aan het verhogen van het academisch onderwijsniveau en het doen van wetenschappelijk onderzoek. We willen studenten vormen die kunnen doordenken, vragen kunnen stellen, die kritisch durven en kunnen zijn, die een analytisch vermogen hebben en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van onze gemeenschap. We willen medeburgers vormen die de schouders eronder willen zetten, we doen aan ‘capacity building’ en leiderschapsontwikkeling, kortom we werken aan ‘nation building’.”