Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA, de exploitant van de Isla-raffinaderij, moet aangekochte ruwe olie voortaan vooruit betalen. Dat meldt persbureau Reuters. Grote olieleveranciers willen zo de financiële risico’s beperken. De laatste weken wachten tankers met de aflevering van olie in Bullenbaai tot het bedrijf de rekening heeft betaald, aldus het persbureau.
Twee tankers worden met name genoemd: de Maran Pythia ligt sinds begin november al bij Curaçao en de Los Angeles Spirit sinds 15 november. Op websites voor de scheepvaart is inderdaad te zien dat beide schepen gisteren nog bij Bullenbaai lagen en niet waren afgemeerd.
Reuters beroept zich op vijf bronnen bij oliehandelaren. Een grote handelaar zou zelfs vooruitbetaling te riskant vinden en heeft daarom de leveranties aan PdVSA teruggeschroefd. De Venezolanen hebben dit jaar meer ruwe olie ingekocht op de Afrikaanse en Russische markt, die meestal wordt afgeleverd bij Bullenbaai om met de zware Venezolaanse olie te mengen. Maar de betaling laat lang op zich wachten door de lage olieprijzen, zeggen de bronnen van Reuters. Bedrijven die genoemd worden zijn Staoil, Shell en Total. Recent zijn er ook geraffineerde producten gekocht van Vitol, Trafigura en Noble.
PdVSA wilde geen commentaar geven op de berichten, maar zei vorige maand nog dat zij alle rekeningen zullen betalen. Eind 2014 had PdVSA 46 miljard dollar aan schulden, waarvan bijna 21 miljard aan leveranciers. Sommige leveranciers zouden genoegen nemen met betaling in de vorm van Venezolaanse olie of met betaling vlak voor de aankomst van de gekochte ruwe olie in Bullenbaai. Daarmee koopt PdVSA wat tijd.