Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Evaluatiecommissie Justitiële Rijkswetten heeft de indruk dat bij de totstandkoming van de Rijkswetten onvoldoende inzicht bestond in de benodigde omvang van de financiële middelen.
Dit blijkt uit het evaluatieverslag van de commissie en de presentatie die gisteren op de University of Curaçao (UoC) plaatsvond.
,,Deze indruk wordt onder andere bevestigd door de herijking van de begroting voor het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN), die blijkens het verrichte onderzoek ruim verdubbeld is ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen in 2010”, aldus het eindverslag. Problemen van financiële aard die op dit moment ondervonden worden bij de inrichting van de justitiële instellingen, betreffen onder andere de ontwikkeling en het onderhoud van ICT-voorzieningen, zoals zaaksregistratiesysteem ten behoeven van het Hof, of kosten die gepaard gaan met het organiseren van permanente educatie die in de landen zelf niet steeds voorhanden is, met name ten aanzien van de politie.
Uitgelegd wordt dat in alle landen van het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden in enigerlei mate financieel toezicht is. ,,In alle landen gelden financiële restricties. Als deze restricties leiden tot bezuinigingen over de volle breedte van de overheid van een land, kan dit niet volledig voorbijgaan aan de justitiële instellingen. Dat gezegd hebbend, spelen deze financiële restricties wel een belangrijke rol binnen deze evaluatie, vooral ten aanzien van het Hof en de politie.”
Ten aanzien van het Hof stelt de commissie vast: ,,Hoewel in algemene zin geldt dat ook in de nieuwe structuur grote waardering bestaat voor het functioneren van het hof, moet eveneens worden vastgesteld dat enkele van de nieuwe elementen in de structuur van het Hof hebben geleid tot knelpunten in de praktijk. Dit betreft eerst en vooral de financiering van het Hof.” Het hapert financieel ook binnen het Hof omdat verschillende landen niet volledig en/of niet tijdig voldoen aan hun verplichtingen tot het ter beschikking stellen van financiële middelen aan het Hof. ,,Voor het efficiënt functioneren van dit Hof vormt dit een grote bedreiging”, zo stelt de Evaluatiecommissie die vervolgt: ,,De Evaluatiecommissie spreekt grote zorgen uit over de omstandigheid dat het Hof, om te kunnen voldoen aan zijn betalingsverplichtingen richting zijn personeel, de noodgreep heeft moeten toepassen van het verrekenen van de landsbijdragen met de ingekomen, maar nog niet afgedragen, griffiegelden. Op dergelijke financiële onzekerheid valt geen behoorlijke hoforganisatie te bouwen.” Dit kan ook weer gevolgen hebben voor de burgers, omdat rechtszaken langer kunnen duren en de kwaliteit van de rechtsspraak achteruit kan lopen. De Evaluatiecommissie: ,,Uiteindelijk raakt dit de rechtszekerheid van burgers en schaadt dit het vertrouwen in deze fundamentele overheidsmacht.”