Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Minister Suzy Camelia-Römer van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning is door een voor haar onbekende man van achteren gestompt. Dat heeft de minister tegenover deze krant bevestigd.
Het incident deed zich vorige week donderdag voor bij de opening van de Living Expo in het WTC. ,,Ik liep na de opening rond bij de expo die heel goed verzorgd was, toen ik op een geven moment door een Nederlands-Europees stel benaderd werd met de vraag of zij mij kon spreken. De man zei dat de toespraak die ik had gehouden niet van daadkracht getuigde. Ik antwoordde dat ik met een zestal projecten bezig ben, dat er nog zo’n twintig op stapel staan, en dat men mij over een half jaar daarover kan aanspreken.”
De man reageerde daarop met: ,,Jullie Antillianen ondernemen niets. Wij Nederlanders hebben Pietermaai en de Penstraat ontwikkeld, wij hebben bij Pietermaai de stranden aangelegd. Jullie zeggen altijd dat er geen geld is”, zo legt de bewindsvrouw uit. De minister kreeg niet de kans om de man te woord te staan omdat hij haar niet liet uitpraten. ,,Toen hij doorging op de toer van ‘wij Nederlanders’ en ‘jullie Antillianen’ ben ik weggelopen. Terwijl ik wegliep zei de man: Zie je wel, jullie Antillianen hebben lange tenen.”
De bewindsvrouw verklaarde dat ze bij het weglopen voelde alsof ze in haar rug getikt of gestoten werd. ,,Het ging allemaal heel snel. Ik kan niet zeggen of met een vinger in mijn rug werd gepriemd of dat ik een stoot kreeg. De dag daarop had ik last van pijn aan mijn rug, ik ben naar de huisarts gegaan, die zei dat ik een opgezwollen spier had.”
De minister heeft aangifte van het incident gedaan, de politie moet de zaak nu verder afhandelen, zo stelde zij. Camelia-Römer wilde in eerste instantie geen ruchtbaarheid geven aan het incident, maar het werd door sommige media opgepakt. ,,Ik wil niet dat dit incident getrokken wordt in de sfeer van ‘wij Curaçaoënaars tegen Nederlanders’. Wat mij betreft is het een incident. Zaterdag zijn mijn man en ik nog met een bevriend Nederlands stel gaan eten en het was heel gezellig.”
De onbekende heeft zich discriminerend uitgelaten over Antillianen, zo merkt Camelia-Römer op. ,,Ik heb op een gegeven moment nog tegen hem gezegd dat mijn overgrootmoeder een Nederlandse is.”
Door het incident staat de beveiliging van bewindslieden weer in de aandacht. Volgens de bewindsvrouw heeft de samenleving daarin een dubbele houding. ,,Aan de ene kant is men soms kritisch over het feit dat bewindslieden beveiligd moeten worden en als er geen beveiliging is en er gebeurt wat, dan wordt er geroepen waar de beveiliging was. Persoonlijk ben ik van mening dat ik me vrij moet kunnen bewegen, dat doe ik ook graag, niemand heeft het recht om zich in mijn persoonlijke sfeer op te dringen en aan mijn lichaam te komen.”