Door René Zwart
Den Haag - Gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels (PS) heeft gehoor gegeven aan een van de aanbevelingen uit het voor haar vernietigende rapport van de Nationale ombudsman.
Haar plaatsvervanger Robert Candelaria mag weer gebruik maken van de Volkswagen Passat. De dienstauto werd gebruikt door waarnemend directeur Monica Hazel, een vertrouwelinge van Wiels. Zij rijdt nu in de Seat Mini die eerder door Wiels aan Candelaria was toebedeeld.
Bij de plotselinge, voor iedereen verrassende overdracht van de sleutels, hield de Gevolmachtigde minister zich nadrukkelijk buiten beeld. Er werd geen ruchtbaarheid en al helemaal geen uitleg aan gegeven.
Meteen na terugkeer van vakantie kreeg Hazel - tijdelijk opvolgster van de door Wiels verdreven directeur Ann Groot-Philipps - de instructie om van auto te wisselen met Candelaria. De waarnemend directeur mocht hem dat zelf gaan vertellen.
Hiermee is uitvoering gegeven aan een van de vele aanbevelingen van (inmiddels vertrokken) ombudsman Alba Martijn die in haar vier weken geleden verschenen rapport schreef: ,,De ombudsman geeft de minister van Algemene Zaken in overweging om op korte termijn een representatieve dienstauto aan de Plv. GevMin ter beschikking te stellen.”
In dat spraakmakende onderzoeksverslag wordt uitvoerig uit de doeken gedaan hoe Wiels niets heeft nagelaten om haar plaatsvervanger publiekelijk te vernederen. De toewijzing van de dienstauto's wordt daarvoor als exemplarisch opgevoerd.
Op grond van een besluit van de Raad van Ministers zijn in 2011 ten behoeve van het Curaçaohuis drie dienstauto's aangeschaft: Een BMW voor de Gevolmachtigde minister en twee Volkswagens Passat voor respectievelijk de directeur van het Kabinet en de plaatsvervangend Gevolmachtigde minister.
Meteen na de benoeming van Candelaria (namens PNP) besloot Wiels eigenstandig een van de Passats in te ruilen voor de kleinste op de markt beschikbare auto, een Seat Mini. Deze werd - overigens uitgerust met een track- en tracesysteem - toegewezen aan Candelaria.
Volgens de ombudsman had Wiels daarmee maar één bedoeling en dat was Candelaria te kleineren: ,,Bij de keuze voor de Seat Mini liet mevrouw W. zich leiden door haar gevoelens van minachting voor de heer C.” Het was haar opzet om hem in het openbaar ‘voor schut te zetten’.
Martijn stelde vast dat Wiels bovendien in strijd handelde met een landsbesluit waarin is vastgelegd dat de plaatsvervangend Gevolmachtigde minister net als de Gevolmachtigde minister zelf en de directeur van het Kabinet over een 'representatieve' dienstauto dient te beschikken.
Dat de ombudsman aandacht besteedde aan de ruil van de wel representatieve Passat voor een koektrommel op wielen viel bij Wiels - net als de overige bevindingen - in verkeerde aarde. ,,Belachelijk en kinderachtig”, was haar weerwoord.
Of zij uit vrije wil gehoor heeft gegeven aan de aanbeveling van Martijn of daartoe instructies heeft gekregen van haar directe baas (en partijgenoot) minister-president Ivar Asjes is onbekend.
Medewerkers van het Curaçaohuis die tegenover de ombudsman gedocumenteerd een boekje open hebben gedaan over de vele misstanden sinds Wiels er de dienst uitmaakt, hebben gniffelend kennis genomen van haar - wat zij hopen eerste - knieval.
De vraag is of Wiels ook aan andere aanbevelingen opvolging zal geven. Een daarvan luidt als volgt: ,,De ombudsman geeft de minister van Algemene Zaken in overweging om een adequate werkkamer met representatief meubilair aan de Plv. GevMin toe te wijzen."
Hoewel het nieuwe Curaçaohuis grotendeels leeg staat, moet Candelaria het nog steeds doen met een kamertje dat te klein is om gasten te ontvangen. Zoals hem ook nog niet het bij de dienstauto behorende tankpasje is aangeboden.