Door René Zwart
Den Haag - Een groot deel van het nieuwe Curaçaohuis staat leeg en dat zal voorlopig ook zo blijven.
Vorige week verhuisde Gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels (Pueblo Soberano) met haar staf van een tijdelijk gehuurd pand aan de Wagenaarweg naar twee monumentale kooppanden aan de Prinsegracht 63-65 in het centrum van Den Haag.
Op het nieuwe adres beschikt Kas di Kòrsou over maar liefst ruim drie keer zoveel werkruimte: 1.571 vierkante meter nuttig vloeroppervlak tegen voorheen 475 vierkante meter. Ook ten opzichte van de oorspronkelijke behuizing - de twee kantoorvilla’s aan de Badhuisweg die al te ruim waren - is sprake van meer dan een verdubbeling.
Iedereen is er altijd vanuit gegaan dat het Curaçaohuis bij een eventuele verhuizing zou kiezen voor een kleiner pand. Sinds de ontmanteling van het land Nederlandse Antillen is het personeelsbestand immers een stuk kleiner dan in de tijd van het Antillenhuis.
Dat Wiels haar oog desondanks heeft laten vallen op twee kapitale rijksmonumenten aan de Prinsegracht deed de wenkbrauwen dan ook fronsen. Minister-president Ivar Asjes (eveneens Pueblo Soberano) smoorde de kritiek evenwel met de mededeling dat daar ook andere Curaçaose organisaties zouden worden ondergebracht. Genoemd werden de Europese vestiging van het Curaçaose toeristenbureau en het Nederlandse kantoor van de Stichting Studiefinanciering (SSC). Het delen van de receptie en andere faciliteiten zou de kostenefficiency van alle betrokken partijen ten goede komen, zo voerde de premier aan. Bij de feestelijke opening vorige week bleek echter dat de organisaties de voor hun ‘gereserveerde’ werkruimten niet hebben betrokken. Onderzoek door deze krant leert dat dit ook niet op korte termijn zal gebeuren en zeer waarschijnlijk zelfs helemaal nooit.
Het management van beide organisaties bevestigt tegenover het Antilliaans Dagblad dat er geen verhuisplannen zijn. De huisvesting die zij thans hebben, bevalt naar eigen zeggen uitstekend. Bovendien zitten zij vast aan lopende huurcontracten. Los van deze praktische overwegingen zien de medewerkers van het toeristenbureau en de SSC het helemaal niet zitten om in te trekken bij het Curaçaohuis. Zij zijn tot in detail op de hoogte van de verziekte sfeer die door het optreden van Wiels op het Kas di Kòrsou heerst. Zij hebben die berichten onlangs nog bevestigd gezien in het rapport van de ombudsman.
Het is onduidelijk waarop Asjes zijn verwachtingen heeft gebaseerd: er blijken met het CTDB en SSC nooit afspraken te zijn gemaakt over een eventuele verhuizing naar het nieuwe Curaçaohuis. Voor het toeristenbureau speelt als extra argument nog mee dat het juist een bewuste beleidskeuze is om op afstand van de overheid te (blijven) opereren.
Gevolg is dat Wiels met haar staf over ruim drie keer meer werkruimte beschikt dan nodig is. Volgens de wettelijke Arbonorm NEN 1824 is 10 vierkante meter per medewerker voldoende. Op het Curaçaohuis zijn inclusief stagiaires thans circa 20 werknemers actief. Receptie, trappen, gangen, vergaderruimte, kantine/keuken, opslag en toiletten meegerekend zou volgens de NEN-eisen 400 tot 500 vierkante meter meer dan genoeg moeten zijn.
Hoewel er een groot aantal representatieve werkkamers onbenut blijft, heeft Wiels plaatsvervangend Gevolmachtigde minister Robert Candelaria opnieuw een krap bemeten kamertje toebedeeld dat te klein is om gasten te ontvangen. Het door de ombudsman gesignaleerde ‘vernederen en kleineren’ gaat dus onverminderd door.
,,Er is na het verschijnen van het rapport niets veranderd”, aldus Candelaria die er overigens geen probleem van maakt dat zijn kamertje zich al dan niet toevallig op de verst van de kamer van Wiels weggelegen plek in het pand bevindt.
Dat het ‘business as usual’ is, ondervinden ook andere medewerkers die Wiels niet tot haar kleine kringetje vertrouwelingen rekent. Sherwin Burke, formeel nog altijd hoofd van de afdeling facilitaire zaken maar verbannen naar het archief, mag zijn werkdagen samen met de eveneens in ongenade gevallen collega’s Desmond van Eps en Ivy Davelaar (met elkaar zijn zij goed voor bijna een eeuw aan trouwe dienstjaren) in het souterrain - gedeeltelijk onder straatniveau met slechts een beperkte inval van daglicht - slijten.
Inmiddels slaan om meer redenen de twijfels toe over de keuze voor de panden aan de Prinsegracht. Bevond het Curaçaohuis zich tot voor kort in een statige, lommerrijke ambassadewijk, nu zijn de buren het Leger des Heils en een centrum voor probleemjongeren en rijden er de hele dag trams voorbij. Bovendien blijken de uit de eerste helft van de 18e eeuw stammende panden vanwege hun respectabele leeftijd bovenmatig onderhoudsgevoelig. Het laatste groot onderhoud dateert alweer van 10 jaar geleden. Omdat de gebouwen officieel zijn aangemerkt als ‘rijksmonument’ is er voor de eigenaar een wettelijke plicht tot onderhoud. Daarbij geldt als regel dat ‘ook al treden er ernstige financiële gevolgen voor de eigenaar op, de belangen van het monument voor gaan’.
De regering heeft niet bekendgemaakt hoeveel betaald is voor de aankoop van de panden. De vraagprijs bedroeg 2,75 miljoen euro, een kleine 5,5 miljoen Antilliaanse gulden.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.